Veel bont zandoogjes de winter in
De VlinderstichtingHet bont zandoogje heeft drie generaties per jaar. Deze generaties overlappen, zodat de vlinder vrijwel onafgebroken vanaf maart tot in november te zien is. Het bont zandoogje, die eerst echt een bosgebonden vlinder was, heeft zich uitgebreid en is nu eigenlijk in het hele land te zien, maar wel altijd in de buurt van bomen of struiken. De lichte plekken op de verspreidingskaart zijn de open landschappen en daar is de dichtheid inderdaad lager. De waardplanten van dit zandoogje zijn diverse grassoorten, waaronder kweek, kropaar, witbol, boskortsteel en reuzenzwenkgras. Vrouwtjes zetten meestal de eitjes afzonderlijk af op de onderkant van bladeren, bij voorkeur van kleine, geïsoleerde pollen. In de zomer worden vooral grassen gebruikt die in de schaduw groeien, in het voorjaar en de nazomer planten die op zonnige, halfopen plaatsen voorkomen, zoals in bosranden of langs brede bospaden. De vrouwtjes zwerven tijdens het afzetten van de eitjes en verdelen zo hun eitjes over een groot gebied.
De groeisnelheid van rupsen verschilt aanzienlijk tussen individuen; sommige ontwikkelen zich drie keer zo snel als andere. Het bont zandoogje overwintert doorgaans als pop, maar een deel van de rupsen die na midden augustus uit het eitje kruipen overwintert. Ook in het najaar verschilt de groeisnelheid tussen de rupsen aanzienlijk: bij hogere temperaturen kunnen sommige rupsen die eind september uit het ei komen zich nog voldoende ontwikkelen en zich voor de winter verpoppen. Die popoverwinteraars kunnen al vroeg in het jaar, in maart, tevoorschijn komen. Gezien het grote aantal bont zandoogjes dat in de nazomer vloog, mogen we hopen op een forse eerste generatie komend voorjaar.
Het Meetnet Vlinders is een onderdeel van het Landelijk Meetprogramma Vlinders dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LVVN en onderdeel is van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM).
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaartje: NDFF
Grafiek: Meetnet Vlinders (NEM)