Een rups met scheerkwasten?
De VlinderstichtingGeelgroen tot bruin en met heel opvallende wittige scheerkwasten op de rug en ook nog een ‘pijl’ van rode haren op het achterlijf maakt dat de rups vrijwel niet is te verwarren met een andere soort. Ook dit jaar zijn al weer erg veel rupsen gemeld op Waarneming en Telmee, en de komende weken zijn de rupsen nog steeds veel te vinden. De meriansborstel (Calliteara pudibunda) is namelijk een algemene nachtvlindersoort die verspreid over het land voorkomt, met name op de zandgronden. De vlinder zelf vliegt in voorjaar en voorzomer, maar de vlinders zie je maar weinig omdat deze ’s nachts actief zijn. Wel worden vlinders regelmatig aangetroffen bij lichtvangsten. Nu is de rups aanwezig en deze is de afgelopen weken wel veel gezien. Ze zaten al lang in de bomen, maar daar vallen ze niet op. Nu zijn de rupsen toe aan verpoppen en dat doen ze in het strooisel onder de bomen en struiken waar ze als rups hebben gegeten. Nu het harder gaat waaien, worden ze ook door de wind uit de bomen geblazen en onder de bomen kruipen ze weg naar een veilige verpoppingsplek. Ze verpoppen in een dunne, zijdeachtige cocon die soms wel gevormd wordt op de waardplant, maar meestal in de strooisellaag. Ze overwinteren als pop en in mei komen de vlinders weer tevoorschijn.
De meriansborstel komt voor in bossen, struwelen, parken en tuinen. En de rupsen leven van diverse bomen en struiken waaronder sleedoorn, meidoorn, berk en gecultiveerde fruitbomen. Vaak worden de rupsen gevonden onder zomereik, die veel door de rupsen wordt gegeten. Ook de komende weken kunt u ze nog tegenkomen.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting