Nationaal slootjesonderzoek van 8 tot 10 juni: op missie langs de waterkant
Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)In Nederland ligt een groot netwerk aan sloten: maar liefst 330.000 kilometer. Vroeger bestond het land voor een groot deel uit moeras en natte gebieden met een grote biodiversiteit. Die gebieden zijn ingepolderd en verdwenen, en de Nederlandse sloten hebben hun functie overgenomen. Voor veel insecten, maar ook voor andere dieren zoals vogels die weer van deze insecten leven, zijn de sloten dan ook onmisbaar voor hun voortbestaan.
Aandacht voor sloten
De Slootjesdagen vragen aandacht voor het essentiële belang van de Nederlandse sloten en slootranden. Op zo’n 120 plekken worden de komende dagen activiteiten georganiseerd en/of staan natuurgidsen klaar voor watersafari's, 'slootje prutten', schepnetfeesten en ga zo maar door. Kinderen tussen de 4 en 12 spelen een sleutelrol. En dit jaar kunnen ze ook, samen met ouders, grootouders en andere volwassenen of met hun school, waterdiertjes tellen of proefjes doen om de waterkwaliteit te meten.
Dat 'citizen science'-onderzoek is een samenwerking tussen IVN Natuureducatie, dat de Slootjesdagen organiseert, en het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), dat al veel ervaring heeft met citizen science: van merenonderzoek met duikers tot aan de Bodemdierendagen."Citizen science is de wetenschap van de toekomst", zegt Laura Seelen, wateronderzoekster bij het NIOO en een van de ontwerpers van het nationale Slootjesonderzoek. "Er kan door burgeronderzoekers op veel meer plaatsen worden gezocht dan 1 wetenschapper in 1 week zelf kan bezoeken," benadrukt Seelen. "We hopen dat door de Slootjesdagen mensen meer naar buiten gaan en meer ontdekken van de natuur om hen heen. Zo realiseer je je hoe mooi de onderwaternatuur is, zelfs vlak bij je in de buurt!"
De onderzoekers van het NIOO verzamelen de resultaten van het Slootjesonderzoek en verwerken ze tot een rapport over de waterkwaliteit van Nederlandse sloten. Die waterkwaliteit staat onder druk. Het landschap wordt steeds intensiever gebruikt: denk bijvoorbeeld aan de schaalvergroting van de landbouw en de uitbreiding van steden, dorpen en wegen. Volgens de Rijksoverheid halen de meeste Nederlandse waterlichamen de officiële kwaliteitsnorm niet: de chemische kwaliteit voldoet meestal niet, en de ecologische kwaliteit is vaak matig, ontoereikend of zelfs slecht. Het Slootjesonderzoek kan helpen om de waterkwaliteit breder te meten en waar nodig te verbeteren.
Hoe doe je mee?
Er zijn twee manieren om tijdens de Slootjesdagen mee te doen met het onderzoek: door je aan te sluiten bij één van de vele door IVN begeleide activiteiten, of door op eigen gelegenheid een slootje in je buurt te onderzoeken. Op de website van de Slootjesdagen kun je een onderzoekskaart downloaden die je precies vertelt wat je allemaal kunt doen. Je kunt de kaart gebruiken om waterdiertjes te tellen. Dus pak je schepnet, en kijk welke diertjes er allemaal in de sloot leven: van bloedzuiger tot rivierkreeft en groene kikker. Op de kaart vul je het aantal gevonden diertjes per soort in. De resultaten kun je direct doorgeven vanaf je mobiele telefoon. Je krijgt dan meteen een eerste inschatting van de waterkwaliteit van je sloot te zien, en een gedetailleerde kaart met alle waarnemingen tot dan toe. De waarnemingen worden verzameld in samenwerking met de nieuwe landelijke database waterdiertjes.nl.
De aan- of afwezigheid van waterdiertjes vertelt veel over de biologische gezondheid van een sloot. Als het water vervuild raakt, neemt het aantal soorten en exemplaren per soort af. “Vind je alleen algemene soorten als waterpissebedden, bloedzuigers of rode muggenlarven, met grote aantallen van één soort en maar weinig verschillende soorten? Dan is het water vervuild. Tref je veel meer en ook bijzondere soorten aan zoals de larven van libellen, kokerjuffers, steenvliegen of schaatsenrijders? Dan is het water waarschijnlijk schoon.” Daarnaast is het natuurlijk ook gewoon heel interessant om te zien wat je vangt in je sloot.
Op de downloadbare onderzoekskaart staan ook instructies voor een tweede manier om mee te doen: door een proef te doen met de zogenaamde Secchi-schijf. Die methode bedacht Angelo Secchi in 1865 om op een gestandaardiseerde manier de helderheid van water te bepalen. Je laat de schijf zakken totdat hij niet meer zichtbaar is. De waterdiepte waarop dit gebeurt, noteer je op de zoekkaart. Vervolgens wordt de schijf weer omhoog getrokken totdat hij net weer zichtbaar is. Ook die waterdiepte wordt genoteerd, en gemiddeld met de vorige meting geeft dat het ‘doorzicht’ van je water. “Deze eenvoudige maat voor de helderheid, en ook gezondheid, van het water wordt nog steeds wereldwijd gebruikt.”
“Nieuw bij dit Slootjesonderzoek is dat je de schijf ook gebruikt om de dikte van de slib- of modderlaag op de bodem van de sloot te meten,” vult wateronderzoekster Laura Seelen aan. Slib van natuurlijke oorsprong geeft meestal een vruchtbare bodem en is donkerbruin tot zwart van kleur. “De laag bovenop de harde slootbodem geeft een ruwe maat voor de hoeveelheid voedingsstoffen in de sloot.” Die kun je koppelen aan de voorkomende waterbeestjes en de helderheid, om de gezondheid van de sloot beter te duiden.
Om zelf een Secchi-schijf te maken, heb je niet meer nodig dan een oude CD of DVD, een stok, een watervaste stift, een lineaal en wat ducttape.
Positief signaal
“Ik maak me wel zorgen om de waterkwaliteit in Nederland," zegt Seelen. "Daar moeten we meer over te weten komen. We gaan nu de beste slootjes van Nederland zoeken en scoren, en dat is voor een positief signaal: het kan wél, gezond water. Als we met z’n allen ons best doen om de waterkwaliteit te beschermen en te verbeteren.”
Tekst: NIOO-KNAW en IVN Natuureducatie
Foto's: E. van Herk, CC BY-SA 3.0 (leadfoto: bootsmannetje), Bart Hoogeveen