Beek Rovertsche Leij
9-JAN-2025 - Een verbeterde waterkwaliteit en succesvolle beekherstelprojecten in de Brabantse beken bieden nieuwe mogelijkheden voor verdwenen ongewervelde waterdieren (macrofauna). De vraag is alleen of die dieren wel op eigen kracht terug kunnen keren. Zo niet, dan zou herintroductie een optie kunnen zijn.

De haalbaarheid van herintroductie van macrofauna is in een samenwerkingsonderzoek van de Brabantse waterschappen en Wageningen Environmental Research verkend. Ze publiceerden hun resultaten onlangs in een rapport.

Verdwenen soorten

Onderzoekers van Wageningen Environmental Research hebben in samenwerking met de Brabantse waterschappen Aa en Maas, De Dommel en Brabantse Delta in 2024 onderzocht welke soorten er in de afgelopen eeuw verdwenen zijn uit hun beheergebieden. In totaal gaat het om achttien soorten uit verschillende groepen: watermijten, kreeftachtigen, waterkevers, haften, steenvliegen, kokerjuffers en muggen. Sommige soorten verdwenen lang geleden, maar er zijn ook soorten bij die tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw nog veel te vinden waren.

Belangrijke redenen voor het verdwijnen van soorten zijn een verslechterde waterkwaliteit, grootschalige ontwatering en ontginning van beekdalen, het rechttrekken van de beken en plaatsen van stuwen, vermindering van beschaduwing en intensief beheer en onderhoud. In enkele nog relatief ongestoorde beken is een aantal van deze drukfactoren sterk verminderd, waardoor ze weer een geschikt leefgebied vormen voor de verdwenen soorten.

De beeksteenvlieg Nemoura avicularis is voor het laatst in 1969 gevonden in Noord-Brabant

Herkolonisatie van herstelde beken

De afgelopen jaren is een aantal verdwenen soorten dan ook al op eigen kracht teruggekeerd, zoals de rivierfilterschietmot (Brachycentrus subnubilis), die zich vanuit het zuidoosten heeft uitgebreid en ook de Brabantse beken heeft bereikt. Niet alle verdwenen soorten kunnen zich zo goed verspreiden, of ze komen alleen nog in geïsoleerde kleine populaties voor op grote afstand van de herstelde beken. In dat geval is herkolonisatie niet op korte termijn te verwachten. Het uitblijven van herstel van de levensgemeenschap in de beek is dan niet het gevolg van ongeschikte milieuomstandigheden, maar het simpelweg niet kunnen bereiken van de locatie. Herintroductie kan dan uitkomst bieden.

Waarom herintroduceren?

Herintroduceren van soorten kan naast het slechten van barrières die herkolonisatie verhinderen ook drie andere doelen dienen. Een belangrijk doel is soorten terug te brengen die een belangrijke rol in het functioneren van het ecosysteem vervullen, zoals de afbraak van in het water gevallen bladeren. Door deze soorten te herintroduceren worden ook andere soorten geholpen die deel uitmaken het voedselweb. Behouden van zeer zeldzame soorten kan ook een doel zijn. Door aanvullende populaties te creëren, wordt het risico op helemaal verdwijnen van soorten, bijvoorbeeld door een calamiteit, verminderd. Tot slot kan het terugbrengen van icoonsoorten een reden zijn. De keuze voor herintroductie is dan vooral ingegeven door de belevingswaarde van een soort voor bijvoorbeeld natuurliefhebbers. In de praktijk valt voor herintroductie de keuze vaak op soorten die meer van deze doelen tegelijkertijd dienen.

Kansrijke herintroductiekandidaten

Op basis van het huidige voorkomen in Nederland en de aangrenzende delen in België en Duitsland en de habitateisen die de soorten stellen, is bepaald welke van de achttien verdwenen macrofaunasoorten potentieel geschikt zijn voor herintroductie.

Drie soorten bleken kansrijke kandidaten: de bruintiphaft (Leptophlebia marginata) en de beeksteenvliegen Amphinemura standfussi en Nemoura avicularis. Larven van de bruintiphaft gebruiken overstroomde delen van het beekdal als opgroeihabitat en zijn daarmee een ambassadeur voor beekdalbreed herstel, waarin de beek beter met het beekdal wordt verbonden. De bruintiphaft en de beeksteenvlieg Amphinemura standfussi hebben daarnaast aanpassingen om droogte te weerstaan. Daarmee kunnen zij — in het licht van klimaatverandering — voor deze factor als toekomstbestendig worden beschouwd.

De drie geselecteerde soorten komen buiten Noord-Brabant in Nederland lokaal in hoge dichtheden voor. Individuen kunnen dus gemakkelijk verzameld worden zonder dat dit invloed heeft op de bronpopulaties. Dit is een belangrijk selectiecriterium naast de eisen die soorten stellen aan hun habitat.

Nog eens zeven uit Noord-Brabant verdwenen soorten zijn in termen van hun habitateisen ook potentieel geschikt voor herintroductie, maar deze soorten komen niet meer of slechts in zeer lage dichtheden in Nederland voor. Het is daarmee niet haalbaar om voldoende exemplaren te verkrijgen om een herintroductie uit te voeren zonder de bronpopulaties potentieel negatief te beïnvloeden. Deze soorten uit bronpopulaties inzetten voor herintroductie zou niet verstandig zijn.

Uitzetten van larven van de bruintiphaft in de Groote Beerze

Locatieselectie

Vervolgens zijn de Brabantse waterschappen aan de slag gegaan om potentieel geschikte beken of beektrajecten te kiezen, die de eigenschappen hebben die passen binnen de bandbreedte van milieufactoren en andere habitateisen van de drie geselecteerde soorten. Hiervoor is een breed scala aan abiotische criteria geanalyseerd. Ook is de lengte van het geschikte traject en de connectiviteit met andere stroomgebieden meegenomen in de afweging. Er is breder gekeken dan de plekken waar de soorten in de vorige eeuw zijn aangetroffen, omdat het goed mogelijk is dat op dit moment andere beken als gevolg van waterkwaliteitsverbeteringen en beekherstel geschikter zijn dan de historische vindplaatsen.

Praktijkproef

In een herintroductieproject in de Groote Beerze in het beheergebied van Waterschap de Dommel zijn eerder dit jaar larven van de bruintiphaft uitgezet. Monitoring in het voorjaar van 2025 zal uitwijzen of deze soort zich hier opnieuw gevestigd heeft, 62 jaar nadat de laatste exemplaren er zijn waargenomen.

Tekst: Ralf Verdonschot, Wageningen Environmental Research; Bart Brugmans, Waterschap Aa & Maas; Iris van der Laan, Waterschap de Dommel; Marco Beers en Michiel Cornelis, Waterschap Brabantse Delta; Leon van Kouwen, HAS Green Academy
Foto's: Ralf Verdonschot (leadfoto: beek Rovertsche Leij, beeksteenvlieg, uitzetten van larven bruintiphaft)