Vrijwilligers helpen sleedoornpage in essenhakhout van Overlangbroek
De VlinderstichtingHet gebied Overlangbroek (Kromme Rijn) staat bekend om het vele essenhakhout. 85 procent van al het Europese essenhakhout staat in Nederland, en een groot deel hiervan in Overlangbroek. In deze grienden staat ook veel sleedoorn. De zeldzame sleedoornpage is voor zijn voortbestaan afhankelijk van deze sleedoorns. De vlinder heeft de jonge struiken nodig voor zijn voortplanting. Tot voor kort werden sleedoorns mee afgezet met de essen. Omdat er steeds maar een klein gedeelte tegelijk werd gedaan, bleef er altijd geschikt leefgebied voor sleedoornpage over. Bovendien was er volop jonge sleedoorn, die ook nog mooi licht stond en dus extra geschikt was voor de vlinder. Door de essentaksterfte, die ook bij Wijk bij Duurstede hard toeslaat, is het essenbeheer echter veranderd. Als gevolg hiervan overgroeien onder andere braam en hop de sleedoorns nu, en worden de struiken te oud waardoor ze minder geschikt raken voor ei-afzet. Daarom werkten vrijwilligers zaterdag hard om de sleedoorns in een stukje van het essenhakhout weer vrij te stellen. Daarnaast zetten ze essen en elzen af zodat de zon weer meer kans krijgt. Hopelijk kan deze prachtige vlinder zich hier het komende jaar goed voortplanten.
De komende maanden gaan vrijwilligers en medewerkers van de Vlinderstichting weer op pad om de stand van de sleedoornpage te volgen. De vlinder zelf, die vliegt in augustus en september, zie je niet zo gemakkelijk en is daarom moeilijk te monitoren. De eitjes zitten de hele winter in de sleedoorn en zijn, met wat oefening, goed te vinden. Hoewel sleedoorn eigenlijk overal in het land voorkomt, is dat niet het geval voor de sleedoornpage. Die zit vooral in overgangen van zand naar andere substraten. Overlangbroek ligt op de overgang van de Utrechtse Heuvelrug naar het rivierengebied. Ook bij andere vliegplaatsen, zoals Soest, Epe, Zwolle en Steenwijk is er sprake van een overgang. Zoals aangegeven, zijn de vlinders zelf niet zo goed te vinden: ze zitten meestal hoog in de struiken of bomen en vallen daar niet op. Daarom is het zoeken naar eitjes de beste methode om er achter te komen hoe het met de sleedoornpage gaat. Van december tot eind februari zullen op allerlei plaatsen zoektochten naar eitjes worden georganiseerd. Op deze site kunt u zien waar en wanneer er gezocht wordt. Alle hulp is welkom!
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting