Zeldzame Gebundelde champignonparasol nu ook in Capelle aan den IJssel
Nederlandse Mycologische VerenigingVoorkomen
De Gebundelde champignonparasol (Leucoagaricus americanus; RL: Gevoelig) werd voor het eerst in Nederland ontdekt in augustus 1895 in de omgeving van Putten. Pas een eeuw later in 1999 werd deze soort voor de tweede keer in ons land gevonden, in de omgeving van Amsterdam. Mogelijk heeft de Gebundelde champignonparasol zich vanuit tropische gebieden over Europa verspreid. De laatste decennia wordt ze hier in een toenemend aantal landen gevonden, hoewel ze overal als zeldzaam wordt beschouwd. De soort ontbreekt echter in de boreale en alpine gebergtes. Wereldwijd is de Gebundelde champignonparasol ook bekend van Noord-Amerika, Japan en Nieuw-Zeeland. Sinds de Amsterdamse vondst uit 1999 is het de Gebundelde champignonparasol in ons land voor de wind gegaan want ze staat tegenwoordig als voorkomend in 5 atlasblokken op het verspreidingskaartje aangegeven. De Gebundelde champignonparasol leeft van dood plantaardig materiaal (saprofyt) en wordt vooral gevonden op plaatsen waar de grond werd omgegooid of anderszins verstoord. Randen van snipperpaden en snipper- of bladhopen, waarin de temperatuur door broei flink kan oplopen zijn favoriete plaatsen voor de Gebundelde champignonparasol. De soort wordt weinig gevonden op dood loofhout, zoals stronken, takken of stammen.
Microscopisch onderzoek niet vereist
Champignonparasollen (Leuciagaricus spec.) lijken wel wat op champignons maar produceren wit sporenpoeder in plaats van donkerbruin tot zwart. De sporen van Champignonparasollen bezitten een metachromatische binnenwand. Metachromasie is een kleuring, waarbij het gekleurde object een andere kleur krijgt dan dat van de gebruikte kleurstof. De Gebundelde champignonparasol behoort tot een groep binnen de Champignonparasollen waarvan het vlees bij beschadiging sterk kan verkleuren. Ook chemicaliën, zoals een druppeltje ammoniak op de lamellen van de Gebundelde champignonparasol, geven direct een groene verkleuring. Beschadiging van welk onderdeel van de paddenstoel dan ook, levert direct een saffraangele verkleuring op. Na enige minuten verkleurt het saffraangele vlees via steenrood naar oranjebruin en uiteindelijk wijnrood. Toch is kennis van deze kenmerken niet strikt noodzakelijk om de Gebundelde champignonparasol op naam te brengen. Microscopisch onderzoek is ook niet vereist. Er zijn een paar kenmerken waardoor de Gebundelde champignonparasol met geen andere paddenstoelensoort is te verwarren. Een goede foto van mooie exemplaren van de Gebundelde champignonparasol volstaat om deze soort te herkennen en te valideren als waarneming.
Veldkenmerken
Jonge exemplaren van de Gebundelde champignonparasol zijn uniform gekleurd en wit tot purperbruin. Bij het spreiden van de hoed breekt het oppervlak (velum) vooral aan de randen op in min of meer gerangschikte kleine schubjes. Deze schubjes kunnen oker, cacao tot wijnbruin gekleurd zijn. Door het formaat van de hoed van 6,5 tot 15 (of soms zelfs 23) centimeter en de gerangschikte schubjes wordt de Gebundelde champignonparasol wel eens aangezien voor de algemeen voorkomende Knolparasolzwam (Chlorophyllum rachodes). Vooral de onbeschadigde, bleke en nog jonge exemplaren. De steel van de Gebundelde champignonparasol is zeer karakteristiek, waardoor een vergissing als uitgesloten kan worden beschouwd. De gekromde en (meestal) geringde steel heeft een buikige spindelvorm met een opvallende toegespitste basis. De stelen vertonen vaak in de lengterichting barsten. De steel is bij jonge, verse exemplaren nog wittig, maar wordt door veroudering min of meer purperbruin. De ring om de steel is zeer fragiel en ontbreekt soms. De geur is aangenaam en de smaak zurig. Duidelijke veldkenmerken en een mooie foto van de Gebundelde champignonparasol, gemaakt op de vindplaats zelf, daar wordt een mens blij van.
Tekst: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Marjolein Tschur
Kaart: Verspreidingsatlas.nl