Australië doet beroep op vampierplant om invasieve exoten uit Europa te bestrijden
NatuurpuntCassytha pubescens heeft heel kleine, tot schubben gereduceerde blaadjes en kan daardoor enkel gebruik maken van het bladgroen in zijn steel voor het aanmaken van suikers. Van nature komt de plant voor aan de oostkust van Australië in drogere bossen. De gespecialiseerde zuigorganen die zorgen voor het vasthechten aan takken kunnen ook het plantenweefsel binnendringen. Als een echte vampier tappen ze water en daarin opgeloste voedingstoffen af van hun gastheer. Oorspronkelijk teerde deze parasiet op inheemse houtige planten, maar met de komst van Europese kolonisten heeft de plant zijn dieet uitgebreid.
De Europeanen brachten verschillende planten in Australië binnen waarvan sommige uitgegroeid zijn tot invasieve exoten. De boosdoeners zijn Brem en Braam, maar Gaspeldoorn is de meest beruchte. Het kost Australië 5 miljoen euro per jaar om alleen al die laatste soort te bestrijden. Dit gebeurt voornamelijk via herbiciden, mechanische verwijdering of branden. Nu is er een goedkoper en verantwoorder alternatief gevonden.
Een onderzoek geleid door Robert Cirocco van de Universiteit van Adelaide heeft de destructieve effecten van C. pubescens op inheemse planten en exoten vergeleken. Telkens verloor de exoot het gevecht tegen de levenszuigende kracht van de parasitaire plant veel sneller dan de inheemse soorten. Dit komt omdat de inheemse planten samen geëvolueerd zijn met de parasiet en dus verdedigingsmechanismen ontwikkeld hebben terwijl de Europese soorten die tijd nog niet hadden. C. pubescens maakt zelf geen onderscheid tussen vriend en vijand, maar door het verschil in hoe effectief de parasiet zijn gastheer dood, is het een doeltreffend bestrijdingsmiddel tegen uitheemse planten. Toch blijft het opletten voor te veel schade aan de inheemse flora.
Door de geïsoleerde ligging en grote hoeveelheid endemen staat Australië bekend als een land met grote problemen met invasieve exoten. Zo was er de konijnenplaag die enkel getemperd kon worden met de opzettelijke introductie van myxomatose. Vandaar dat er heel strenge grenscontrole is ingevoerd op zowel dieren als zaadjes van planten. Zaden van Gaspeldoorn en Braam zijn momenteel wel nog te koop via sites als Amazon en eBay. De Australische regering houdt de verkooppagina's in de gaten zodat ze met dit achterpoortje in de wetgeving geen verdere import open houdt.
Soms lopen goede bedoeling ook volledig fout. De Reuzenpad werd er geïntroduceerd als biobestrijdingsmiddel voor verschillende kevers die de suikerrietplantages aantastten. De pad trok zich echter weinig aan van de pestsoorten en concentreerde zich op andere inheemse dieren. Zo is de Reuzenpad zelf ook een pestsoort geworden. Ook bij ons is er het voorbeeld van het Aziatisch lieveheersbeestje dat geïntroduceerd werd in de biologische landbouw om bladluizen ecologisch te bestrijden. Momenteel is dit exotisch lieveheersbeestje alomtegenwoordig en zijn de inheemse soorten erop achteruit gegaan.
Aangezien Cassytha pubescens zelf een inheemse soort is voor Australië, is de kans op schade voor de inheemse flora veel kleiner. Wie weet kunnen onze inheemse warkruiden (zeldzame parasitaire planten die ook duivelsnaaigaren worden genoemd) binnenkort ook ingezet worden tegen invasieve exoten. Het lijkt in elk geval voer voor onderzoek.
Tekst: Simon Degryse, Natuurpunt
Foto: Landschapsbeheer Friesland; Donald Hobern