Nieuwe exoot: tamme-kastanjegalwesp in Nederland
Bericht uitgegeven door Alterra Wageningen UR [land] op [publicatiedatum]
Hij zat er al een tijdje aan te komen, de zeer schadelijke tamme-kastanjegalwesp, een klein galwespje uit China. In verschillende landen van Europa was hij al gesignaleerd. Nu heeft voor het eerst op eigen kracht Nederland bereikt. Hij werd gevonden bij een volwassen tamme kastanje in een tuin in Aalten. De bewoners wilden wel eens weten wat voor vreemde vergroeiingen er in hun boom zaten.
De tamme-kastanjegalwesp (Dryocosmus kuriphilus) komt oorspronkelijk uit China maar heeft zich met de import van aangetaste planten naar andere landen verspreid. Het insect heeft zich gevestigd in de Verenigde Staten, Japan, Korea, verschillende landen in de EU en sinds kort ook in Nederland.
De galwesp is zeer schadelijk voor de tamme kastanje (Castanea sativa). In reactie op de larven van de galwesp worden grote aantallen gallen op bladeren en twijgen gevormd, waardoor de groei en vruchtzetting sterk afnemen. Hierdoor kunnen minder kastanjes worden geoogst. In sommige zuidelijke landen zoals Italië is de productie van de vruchten van tamme kastanjes een belangrijke economisch activiteit. Chemische bestrijding is erg moeilijk omdat de insecten beschermd in de gallen zitten. Daarom worden er nu proeven gedaan met biologische bestrijding zoals het inzetten van bepaalde sluipwespen.
Voorkomen in Europa
Binnen de EU werden de eerste aantastingen in 2002 in Italië waargenomen, Duitsland volgde in 2013. In 2010 werden bij een kweker in Boskoop aantastingen bij uit Italië geïmporteerde bomen ontdekt. Er waren toen nog EU quarantainemaatregelen van kracht, waardoor de boompjes moesten worden vernietigd. De galwesp werd als een quarantaineorganisme bestempeld om verspreiding in de EU te voorkomen. Deze maatregelen werden in 2014 opgeheven. Ze bleken niet effectief te zijn want er vond toch een verdere verspreiding binnen de EU plaats.
In juni 2015 werd de genoemde aantasting bij een oude boom in een particuliere tuin in Aalten waargenomen. Tegelijkertijd werden zo’n 30 kilometer verderop, in de Duitse plaats Wesel, ook gallen gevonden. Alles wijst er op dat de galwesp op natuurlijke wijze Aalten heeft bereikt. Een verdere verspreiding in Nederland valt te verwachten. De galwesp kan zo’n 8 kilometer per jaar overbruggen, maar met het vervoer van besmette plantendelen kunnen er natuurlijk snel grote afstanden worden afgelegd.
Levenscyclus
Het vrouwtje van de tamme-kastanjegalwesp legt van mei tot en met augustus drie tot dertig zeer kleine eitjes in een knop. Ze kan in totaal 100 eitjes verdeeld over meerdere knoppen afzetten. Uit de eitjes komen larfjes die in de knop overwinteren. In het voorjaar maken de planten in reactie hierop 5 tot 20 millimeter grote gallen waarbinnen de larfjes zich voeden. Tussen mei en juli verpoppen de larven zich in de gal.
De volwassen galwespen verlaten de gallen via kleine gaatjes waarna de cyclus weer rond is. Er is dus één generatie per jaar. Na het uitvliegen van de galwespen worden de gallen bruin en houtig en kunnen ze nog enkele jaren aan de twijgen blijven zitten.
Tekst: Leen Moraal, Alterra Wageningen UR
Foto’s: Joost Ormel; G. Csoka