Veel trekkende Ooievaars in augustus 2014

Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]

Grote groepen ooievaars op weg naar het zuiden zijn een bekend fenomeen voor wie Gibraltar of Istanbul in de goede tijd bezoekt. Maar ook in Nederland doorklieven indrukwekkende eskaders soms de lucht.

De wegtrek begint meestal met het voorverzamelen in de omgeving van de broedplaatsen. Daar vormen zich groepen die kunnen aangroeien door de komst van 'vreemde' ooievaars. En dan is het op een dag zover en kiezen ze het luchtruim.

Wisselende weersomstandigheden geen belemmering?
De augustusmaand kende in de eerste drie weken een wisselend gezicht. Aan het begin nog warm en zonnig, maar al snel winderig met forse plensbuien. Niet de ideale trekomstandigheden voor een thermiekzwever als de ooievaar, zou je misschien denken. Dat viel erg mee. Er zijn zelfs veel ooievaars gezien, die blijkbaar precies de goede momenten wisten te kiezen om een stuk vooruit te komen.

Opvallende aantallen en timing
Trektellers noteerden van 1 tot en met 27 augustus 2014 liefst 2200 trekkende ooievaars. Dat is drie maal zo veel als een jaar eerder in dezelfde periode. De aantallen waren al vroeg aan de hoge kant en kenden aan het eind van de maand een piek. Dat laatste is normaal. Van de 25 dagen met hoogste aantallen ooit in de database van trektellen.nl vielen er 14 in de laatste tien dagen van augustus. Het talrijke optreden in 2014 wordt duidelijk zichtbaar bij vergelijking met 2013.

Memorabele dagen
Drie maal werden er meer dan 150 trekkers per dag gezien: 151 bij Weert op 27 augustus, 227 bij Lopik op 24 augustus en 244 op 16 augustus over Groesbeek. Dat laatste is bijna een nieuw record voor de trekteldatabase, want nooit werden er meer trekkende ooievaars gezien dan de 250 op 15 augustus 2008 over de Maarnsche Berg. Bizar is de groep van exact 100 vogels op 13 augustus 2014 over de Eltenberg. De tellers konden de groepsgrootte exact uitrekenen aan de hand van foto's en zullen dat verschillende keren gedaan hebben. Want precies 100, alsof je het afgerond hebt, dat roept ongeloof op. Toch was het zo.

Twee trekbanen?
De trektellers zagen vooral in het midden en zuiden van het land veel ooievaars passeren. Kijkend naar de kaart van de Benelux is het verleidelijk te speculeren over twee trekbanen: een die via Utrecht en Zuid-Holland naar het westen van Vlaanderen loopt, naast een meer oostelijke die in het verlengde van de IJssel via Noord-Brabant en Limburg verder zuidelijk loopt. Of dat ook zo is? Dat is misschien stof voor bespreking tijdens de vele stille uurtjes die het trektellen met zich meebrengt.

Tekst: Fred Hustings, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Mark Zekhuis, Saxifraga