Knol franjeporiezwam houdt het al tien jaar vol
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]
In een tuin in Bergen (NH) verschenen dit jaar voor het tiende jaar achtereen franjeporiezwammen op een daar in 2003 begraven sclerotium van deze paddenstoel. Een sclerotium is een door schimmel gevormd meestal knolvormig orgaan, waar reserves in liggen opgeslagen, om op een later gunstig tijdstip alsnog een paddenstoel te vormen. Veelal zijn deze reserves na eenmalig verschijnen van de paddenstoelen uitgeput. De sclerotia van franjeporiezwammen kunnen echter flinke afmetingen bereiken en gaan, naar nu blijkt, jarenlang mee.
De franjeporiezwam (Polyporus tuberaster) is een dood hout verterende paddenstoel, die onder sommige omstandigheden een sclerotium kan vormen van flinke afmetingen en gewicht. De vorming van deze sclerotia wordt gezien als een aanpassing om ongunstige weerperioden te overleven en pas dan te fructificeren (een paddenstoel te vormen) als de omstandigheden gunstig zijn.
In mei 2003 werd door een mycoloog aan de binnenduinrand in Bergen (NH), bij een afgestorven essenstronk, een franjeporiezwam met een bruinzwart sclerotium gevonden van 15 tot 20 centimeter groot en een gewicht van 2,5 kilogram. Een flink deel van dit gewicht wordt uitgemaakt door tijdens de groei ingesloten gronddeeltjes. Met de wetenschap, dat uit deze knol nog een franjeporiezwam zou verschijnen begroef de vinder hem in zijn eigen tuin. In augustus van hetzelfde jaar verscheen inderdaad een flinke franjeporiezwam. Het idee, dat hierdoor het sclerotium was uitgeput werd twee jaar later met het verschijnen van meerdere franjeporiezwammen gelogenstraft. Vanaf die tijd werd de knol beter in de gaten gehouden. Jaarlijks groeiden er wel een of meerdere franjeporiezwammen uit. Het afgelopen jaar groeide er zowel in juni als eind augustus nog een franjeporiezwam op dit sclerotium.
Opmerkelijk is verder, dat de zwammen dikwijls verschenen in een periode met droog en warm weer. Dit zijn niet bepaald omstandigheden die een mycoloog gunstig lijken voor verspreiding van schimmelsporen. Raadselachtig dus. De knol werd in de loop der jaren meerdere keren opgegraven om te wegen. Dit gewicht varieerde van 2200 tot 2450 gram en lijkt afhankelijk van het vochtgehalte van de bodem. Tot nu toe vertoont het gewicht geen afname. Het blijft opmerkelijk dat dit sclerotium zo lang in de bodem begraven kan blijven zonder schade op te lopen door vraat of andere aantastingen. Van diverse sclerotia, onder andere van moederkoren, is bekend dat zij tal van stoffen bevatten om bederf en vraat tegen te gaan. In franjeporiezwammen zijn diverse benzoaten gevonden, stoffen die een conserverende werking hebben. De knol staat inmiddels weer in de tuin in afwachting van verdere ontwikkelingen.
Tekst en foto's: Kees Roobeek, Nederlandse Mycologische Vereniging