Het Gestreept nestzwammetje schiet het verst
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]
Er zijn uiteenlopende manieren bekend waarmee paddenstoelen hun sporen afschieten. Nestzwammetjes schieten hun sporen in pakketjes, de zogenaamde eitjes, af en zo blijkt nu, met een uiteenlopend resultaat. Het Mestnestzwammetje blijkt het hardst te schieten, het Gestreept nestzwammetje schiet het verst.
Op houtsnippers zijn regelmatig nestzwammetjes te vinden. Kleine bekervormige zwammetjes die eruit zien als een klein nestje met daarin iets wat lijkt op kleine eitjes. Als de nestzwammetjes jong zijn, zijn ze bedekt met een vlies en in rijpe staat is het vlies eraf en zijn de 'eitjes' zichtbaar. Deze eitjes, ook wel peridiolen genoemd, zitten vol met sporen.
Waterdruppels, die het 'nestje' raken, zorgen ervoor dat de 'eitjes' het nestje uit vliegen. Aan zo'n eitje is een kleverig knopje bevestigd dat, zodra het een grasspriet of ander voorwerp raakt, daaraan blijft vastzitten. Maar het eitje vliegt door en trekt een koordje, het funiculum, uit het kleverig knopje. Vervolgens wordt het eitje in zijn vlucht gestopt en slingert zich door de middelpuntvliedende kracht om het voorwerp waaraan het kleverig knopje is geplakt. Verschillende wetenschappers hebben zich in de loop van de tijd bezig gehouden met de vraag hoe het afschieten in zijn werk gaat en hoe ver zo'n eitje kan vliegen.
Highspeed camera
Een belangrijke hindernis was het ontbreken van een camera waarmee het afschieten goed gefilmd kon worden. Dit jaar is een onderzoek gepubliceerd, waarbij in detail en met behulp van highspeed camera’s (3000 tot 6000 beelden per seconde) gekeken is hoe het afschieten van de eitjes in zijn werk gaat. Daarbij is gebruik gemaakt van het Gestreept nestzwammetje (Cyathus striatus), Bleek nestzwammetje (Cyathus olla), Mestnestzwammetje (Cyathus stercoreus) en Geel nestzwammetje (Crucibulum crucibuliforme). Bestudeerd werden de hoek waaronder het eitje wordt afgeschoten, de snelheid en de afstand die afgelegd wordt en de werking van het funiculum.
Zo blijkt uit het onderzoek dat de afstand die door de eitjes van de verschillende soorten wordt afgelegd sterk afhankelijk is van de plaats waar de waterdruppel het nestje raakt. Raakt deze de rand dan is het resultaat een langere afstand. Overigens moet het nestkommetje gedeeltelijk vollopen met water voordat de eitjes afgeschoten kunnen worden. De eerste druppel, die het nestje raakt, heeft nooit resultaat. De eitjes van de onderzochte soorten nestzwammetjes blijken een verschillend gewicht te hebben, dat naast de vorm van het nestje waarin zij liggen, ook duidelijk invloed heeft op de resultaten.
Winnaar
En de winnaar is: het Mestnestzwammetje met de hoogste schietsnelheid van 3,6 meter per seconde. Het Bleek nestzwammetje is met de laagste schietsnelheid van 1,6 meter per seconde de verliezer. Het Gestreept nestzwammetje legde de langste afstand af van gemiddeld 1,25 meter. Het Bleek nestzwammetje de legde de kortste afstand af van gemiddeld 0,23 meter, allebei afgeschoten bij een hoek van 30 tot 50 graden.
Tekst: Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Menno Boomsluiter; Henk Huijser Nederlandse Mycologische Vereniging