Patrijs zoekt vrouw...
Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum AkkervogelsBericht uitgegeven door Werkgroep Grauwe Kiekendief [land] op [publicatiedatum]
De Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief is dit jaar een pilotstudie gestart naar het habitatgebruik en bewegingen van patrijzen in Oost-Groningen. Omdat patrijzen notoir moeilijk zijn te vinden, is gebruik gemaakt van radiozenders. Uit het onderzoek blijkt dat zij flinke afstanden afleggen op zoek naar een partner.
Dat het slecht gaat met vogels in het agrarische landschap is inmiddels algemeen bekend en de patrijs is geen uitzondering. Vanaf de jaren zeventig is het aantal broedparen in Nederland met minstens 80 procent afgenomen; een trend die in geheel Europa zichtbaar is. De achteruitgang is het effect van de dramatische veranderingen die plaats hebben gevonden in het agrarische landschap. Door grootschalige ruilverkaveling is het grootste deel van aantrekkelijke perceelranden als zandpaden, heggen, struweel en bosjes verdwenen.
Patrijzen zijn afhankelijk van ruige begroeiing om te schuilen voor predatoren en om in te nestelen. Vooral de hennen zijn zeer gevoelig voor predatoren wanneer zij de eieren bebroeden. In de akkers zelf zijn kruiden en insecten verdwenen door het gebruik van herbiciden en insecticiden. Het dieet van patrijzen bestaat voor een groot deel uit blad van kruiden, terwijl jonge kuikens een strikt insectendieet hebben. Met name een tekort aan insecten voor de kuikens lijkt een belangrijke oorzaak te zijn van de neerwaartse trend in aantallen.
Om de achteruitgang in biodiversiteit in Oost-Groningen te keren doen veel boeren aan akkerrandenbeheer. Stroken van percelen zijn ingezaaid met een natuurbraakmengsel dat vogels en insecten kansen moet bieden in het verder schrale landschap. Ook zijn velden ingericht als wintervoedselveldjes, waar overblijvend graan gedurende de hele winter voedsel en dekking biedt voor veel vogels, inclusief patrijzen. De vraag die de Werkgroep Grauwe Kiekendief zich stelde was of patrijzen ook werkelijk profiteren van deze natuurmaatregelen en hoe het landschap beter ingericht kan worden voor deze vogel.
In het vroege voorjaar van 2013 hebben we een aantal patrijzen gevangen en met zendertjes uitgerust. De vogels zijn daarna met een ontvanger met antenne op vijfhonderd tot duizend meter afstand terug te vinden (zie de reportage in SOVON-nieuws). Op 20 maart werd de eerste patrijs gevangen. De solitaire man werd Dirk gedoopt, naar de eigenaar van het perceel nabij Nieuwe Pekela waar hij werd gevangen. Dirk bleek verrassend exploratief te zijn: de volgende dagen legde hij met gemak afstanden van een kilometer af (zie kaartje), tot zelfs 3,8 km in een etmaal! Deze vogels waren beduidend minder honkvast dan we in eerste instantie hadden verwacht.
Patrijzen houden zich ’s winters op in kluchten; vaak ouders met hun nakomelingen. In het vroege voorjaar gaan de solitaire patrijzenmannetjes op zoek naar een partner. Zij kiezen echter geen partner uit hun eigen klucht en zijn daarom genoodzaakt om een vrouwtje uit een aangrenzende klucht te zoeken. Uit eerder onderzoek is gebleken dat dispersieafstand toeneemt met afnemende dichtheid. Dat Dirk dergelijke omzwervingen heeft gemaakt is dus waarschijnlijk het resultaat van het kleine aantal patrijzen in dit gebied. Geschikte vrouwtjes zijn gewoon moeilijk te vinden.
De mannetjes gaan waarschijnlijk niet op de bonnefooi op zoek naar een geschikte partner. Vroeg in het jaar, in de schemering, laten de vogels zich horen en leren buurkluchten van elkaars bestaan. Deze informatie gebruiken de mannetjes waarschijnlijk om een vrouwtje te vinden. De vraag is: werkt dit nog in ons huidige agrarisch landschap? Kluchten zijn tegenwoordig zo dun gezaaid dat deze informatie mogelijk ontbreekt. De grote afstanden die nu worden afgelegd kunnen de mannetjes extra gevoelig maken voor predatie.
Tot voor kort was Dirk nog steeds ongepaard en voor hem betekent dat dus dat er dit jaar geen jongen komen. En waarschijnlijk is Dirk niet de enige. Willen we deze iconische akkervogel behouden en de neergaande trend ombuigen, dan zullen we serieuze stappen moeten zetten in het natuurbeheer in agrarisch gebied. Het onderzoek ten behoeve van habitatverbetering voor de patrijs wordt dan ook in 2014 voortgezet.
Tekst en kaart: Popko Wiersma, Werkgroep Grauwe Kiekendief
Foto's: Hans Hut; Ben Koks; Simone van der Sijs; Leadfoto patrijs, Henk Jan Ottens