Allerlaatste libellen
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
De nachtvorst van begin deze week zal in het oosten van het land al wel veel slachtoffers gemaakt hebben, maar er zijn vast nog wel libellen die het hebben overleefd. De komende dagen kun je die nog te zien krijgen.
Al is het al half november, we kunnen nog steeds libellen tegenkomen. De twee soorten winterjuffers zijn er natuurlijk de hele winter door, maar die zijn nu grotendeels verscholen en in rust. Van de overige libellen zijn er vier die nog te zien zijn: houtpantserjuffer, bruinrode en steenrode heidelibel en paardenbijter.
De oude houtpantserjuffers die je nu nog kunt tegenkomen zijn niet meer fel metallic groen zoals in juli en augustus, maar prachtig diep bronsbruin, maar nog steeds met de metallic glans. Ze zijn in het hele land aan te treffen en stellen geen hoge eisen aan de kwaliteit van het water waar ze zich voortplanten. Van belang is dat er bomen of struiken langs de oever staan, want daarin worden de eitjes afgezet. Die eitjes blijven de hele winter in het hout zitten en in april laten de larven zich in het water vallen om zich verder tot juffer te ontwikkelen. Veel van de houtpantserjuffers die in de nazomer vlogen zijn inmiddels al dood, maar er zijn er nog steeds aanwezig.
Ook de steenrode en bruinrode heidelibel worden nog doorgegeven en ook deze zullen te zien zijn totdat er flinke nachtvorst is geweest. Je zult ze alleen zien als de zon schijnt, want de luchttemperatuur is veel te laag om actief te kunnen zijn en ze hebben echt de zon nodig om de gewenste temperatuur te kunnen bereiken. Je ziet ze dan ook veel op kale reflecterende oppervlakten zitten, zoals boomstammen of kunstmatige menselijke elementen als bankjes en vuilnisbakken. Ook de paardenbijter is de afgelopen week nog wel gezien, hoewel ook van deze grotere libel de meeste al weg zijn. Je ziet ze vooral langs bosranden, en op beschutte plekken met zon kun je ze er zien jagen op de laatste insecten of ze hangen ergens in de takken. De paardenbijter is goed te herkennen aan de blauwe vlekjes op het achterlijf en de kleine gele vlekjes op de schouder.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting