Nog veel heidelibellen in oktober
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Al lijkt het seizoen al voorbij, voor de heidelibellen is dat zeker nog niet zo. Ze zijn veel te zien en niet alleen de talrijke bruinrode en steenrode heidelibel. Er zijn deze week nog acht soorten gemeld.
Het zijn middelgrote libellen, waarvan de mannetjes vaak rood zijn en de vrouwtjes bruin. Ze zijn overal aan te treffen en zeker niet, zoals de naam suggereert, alleen op de heide. Ook op een zonnige plek in de tuin, zelfs in de binnenstad van Amsterdam, Rotterdam of Utrecht, kun je ze aantreffen. Van de zwarte heidelibel is het mannetje niet rood, maar zwart en deze is wel veel op de hei aanwezig, hoewel zwervers overal worden waargenomen.
Ze jagen op allerlei vliegjes en muggen die daar rondvliegen. Ze hebben een speciale jachtmethode die erg prettig is als je ze wilt fotograferen. Ze gaan zitten op een opvallend punt met goed uitzicht, bijvoorbeeld op een dode tak. Daarvandaan ondernemen ze hun jachtvluchten en vaak komen ze weer terug op dezelfde plek. Ze besteden ook veel tijd aan zonnen. Daarvoor gebruiken ze allerlei warmtereflecterende ondergronden, zoals een boomstam, maar ook de tuinstoel en de schommel van de kinderen kunnen daarvoor worden gebruikt.
De bruinrode en steenrode heidelibel zijn verreweg het meest aanwezig. Ze komen in het hele land voor, waarbij de steenrode in het noorden heel algemeen is en de bruinrode in het zuiden iets meer voorkomt. Het onderscheid tussen de twee soorten is niet zo gemakkelijk, maar in een vorig natuurbericht is daar uitgebreid aandacht aan besteed. Naast deze zeer algemene soorten zijn er nog meer heidelibellen actief. Zo kun je op de zandgronden regelmatig de zwarte heidelibel te zien krijgen. Hij is wat kleiner dan de twee eerder genoemde heidelibellen. De mannetjes zijn onmiskenbaar zwart van kleur. Bloedrode heidelibellen zijn ook nog aanwezig. Deze komen vooral in de zomer veel voor en hebben zich inmiddels voortgeplant. Volgend jaar in juni verschijnt de volgende generatie. De bloedrode heidelibel is goed te herkennen aan de helemaal diepzwarte kleur van de poten. De steen- en bruinrode heidelibel hebben lichte bruine of gele banen langs de poten. De overige vier soorten zijn zeldzaam en kun je maar op enkele plekken tegenkomen. Het gaat om de zwervende, zuidelijke, Kempense en bandheidelibel. Van de gewone soorten kunnen we nog genieten tot de eerste strenge nachtvorst optreedt.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting