Nazomerlibellen
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
De weersomstandigheden zijn niet optimaal voor libellen, maar toch zijn er zeker tot eind oktober nog te zien. Met name een aantal heidelibellen en glazenmakers vliegen op zonnige dagen met niet te lage temperaturen nog lang door. Je kunt ze ook in de tuin tegenkomen.
Totdat de echt koude nachten beginnen met flinke vorst, zijn er nog libellen actief. Het meest zijn bruinrode en steenrode heidelibel te zien en de bloedrode heidelibel is nog opvallend veel gemeld. Hierover werd al geschreven in een eerder natuurbericht. Ook de houtpantserjuffer en diverse glazenmakers vliegen tot laat in het jaar door. Er zijn in september en begin oktober nog drie van die glazenmakers redelijk veel aanwezig, de bruine glazenmaker, de blauwe glazenmaker en de paardenbijter. De bruine glazenmaker vliegt niet zo heel lang meer door. Deze grote libel is goed herkenbaar aan de bruine kleur, die niet alleen op het lijf aanwezig is, maar ook in de vleugels. De top van de vliegtijd ligt in juli en augustus en nu worden nog wat late exemplaren aangetroffen. De blauwe glazenmaker is afgelopen dagen ook nog regelmatig gezien. Het gaat hierbij vrijwel altijd om solitaire exemplaren. De blauwe glazenmaker zie je zelden in groepen. Anders is dat voor de laatste glazenmaker die nu nog te zien is: de paardenbijter.
Van de paardenbijter worden regelmatig tien of meer libellen bijeen gemeld. Op waarneming.nl staat een melding van de vogeltelpost bij Veenendaal waar maarliefst 60 exemplaren werden gezien op 10 september. Paardenbijters vliegen gezamenlijk langs bosranden en jagen hier op allerlei insecten. Ook kun je ze regelmatig hangend aantreffen in een boom of struik. Doordat ze trillend met achterlijf en vleugels hun lichaam kunnen opwarmen, kunnen ze zowel voor zonsopkomst als na zonsondergang actief zijn. Vrouwtjes zetten hun eitjes af op of onder het wateroppervlak, op allerlei plantaardig materiaal: half verrotte wortels en bladeren, maar ook op levende planten. De eitjes komen pas na de winter uit en de larven leven in het water van allerlei dierlijk materiaal en zelfs elkaar, want de larven zijn kannibalistisch als het zo uitkomt. De afschrikwekkende naam paardenbijter hebben deze libellen te danken aan hun jachtmethode. Ze bejagen weliswaar niet de paarden zelf, maar wel de dazen en vliegen die rondom de paarden aanwezig zijn. Van afstand lijkt het dan alsof het paard wordt aangevallen, maar het tegendeel is waar.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting