Blote billetjes verbranden in hete zon

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]

Door het huidige zomerweer met veel zon en hoge temperaturen verbranden de Blote billetjes die het kort geleden nog zo goed deden.

We zouden met het huidige weer bijna vergeten dat juni, net als de maanden ervoor, koud was voor de tijd van het jaar. Juni was ook een sombere maand, en dat betekende dat het op wat beschutte plekjes toch nog wat vochtig was. Dit zorgde hier en daar voor mooie plaatjes van slijmzwammen. Eén van de bekendste slijmzwammen in ons land is de Blote billetjeszwam (Lycogala epidendrum), deze was op veel beschutte plekken op dode stammen te vinden.

De meeste slijmzwammen hebben, evenals paddenstoelen, veel vocht nodig voor hun ontwikkeling. Slijmzwammen zijn geen paddenstoelen, hoewel ze er wel vaak voor aangezien worden. Ze stammen af van de Protozoa (eencellige diertjes). Bij Slijmzwammen ontstaan uit de sporen microscopisch kleine eencellige organismen die zich kruipend of zwemmend voortbewegen. Het gevolg van versmelting en deling van deze sporen is dat op een gegeven moment een slijmerig geheel, het plasmodium, ontstaat. Pas in de eindfase worden bewegingsloze vruchtlichaampjes gevormd met een droge poederige inhoud. Het droge poeder wordt gevormd door rijpe sporen.

De Blote billetjeszwam, zoals we deze tegenkomen, is al in de eindfase en verkleurt in korte tijd van roze naar grijs. Eigenlijk heet de Blote billetjeszwam officieel de Gewone boomwrat, een naam waarvan ik persoonlijk vind dat deze de slijmzwam geen eer aan doet. Sommige volksnamen, zoals de Blote billetjeszwam, zijn zo wijd verbreid dat ze beter bekend zijn dan de officiële Nederlandse naam. In Engeland staat ze ook bekend als Wolf’s milk en in Duitsland als Blutmilch. De Blote billetjeszwam komt over de gehele wereld voor. Ongetwijfeld zijn er nog talloze andere lokale namen voor deze goed herkenbare en bekende slijmzwam.

Tekst: Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto: Lucie Wessel, Nederlandse Mycologische Vereniging