Rupsen kleine heivlinder op Kootwijkerzand
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
De kleine heivlinder is een van de zeldzaamste dagvlinders van Nederland en komt alleen voor op het Kootwijkerzand. Om de soort beter te kunnen beschermen onderzoekt De Vlinderstichting momenteel welke eisen de vlinder stelt aan haar leefgebied. In augustus werd de ei afzetting nauwlettend gevolgd; vorige week zijn de rupsen gevonden.
De kleine heivlinder en de iets minder zeldzame heivlinder brengen een heel groot deel van hun leven door als rups. Vanaf augustus, als ze uit hun ei kruipen, tot het volgend jaar juni, als ze verpoppen, zijn de rupsen aanwezig. Ze gaan dus ook als rups de winter door. Op dit moment zijn de rupsen nog niet erg groot. Als het koud wordt gaan ze in winterrust en volgend voorjaar, als de temperatuur stijgt, gaan ze weer verder met eten en groeien.
De rupsen zijn kieskeurig en eten het liefst schapengras en buntgras. Deze smalbladige grassen staan op droge en voedselarme plekken. Op het Kootwijkerzand komen de rupsen regelmatig voor op de overgang van het open zand naar de wat meer begroeide delen. De kleine heivlinder heeft een voorkeur voor buntgras; de ‘gewone’ heivlinder voor schapengras. Op plekken waar niet veel grassen groeien zou er echter concurrentie kunnen zijn tussen de twee soorten. Daarom heeft Annemieke Slootweg, stagiaire bij De Vlinderstichting, deze zomer onderzocht waar de eitjes worden afgezet.
Annemieke Slootweg heeft in augustus dagenlang vrouwtjes van de kleine heivlinder gevolgd en precies aangegeven waar ze ei afzetting heeft zien plaatsvinden. Het bleek dat de beide soorten inderdaad in elkaars buurt de eitjes afzetten, bij voorkeur op buntgras. Concurrentie is dus zeker niet uit te sluiten. Op dezelfde plekken is deze week gezocht naar rupsen. Zowel van kleine heivlinder als van heivlinder zijn rupsen gevonden. Dat is een mooi resultaat, want de rupsen zijn nu nog erg klein en dus moeilijk te vinden. Volgend jaar zal het onderzoek worden voortgezet: dan zijn de rupsen groter en hopelijk wat makkelijker te vinden. Interessant is om te kijken of de rupsen van de twee soorten op dezelfde plekken leven of dat er duidelijke verschillen zijn aan te tonen. Deze informatie is van belang om te komen tot een effectieve bescherming. Hierbij kan op de plekken waar de kleine heivlinder de afgelopen tien jaar is verdwenen, gericht worden gekeken of aan alle eisen die de soort, en dan vooral de rupsen, stelt wordt voldaan.
De kleine heivlinder is een van de soorten uit de campagne Tien voor 12, waarin De Vlinderstichting probeert binnen tien jaar weer voldoende levensvatbare populaties van ernstig bedreigde soorten te krijgen. Als u de campagne wilt steunen ga dan naar de Tienvoor12 website.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Albert Vliegenthart