Goudplevieren foerageren op wormen in het grasland

Van Azië tot in Afrika - miljoenen watervogels tellen

Sovon Vogelonderzoek Nederland
10-JAN-2014 - Ruim 1600 tellers. 5,2 miljoen watervogels. Nederland is het watervogelland van de enorme aantallen. Tijdens de midwintertelling van 18 januari worden die opnieuw in kaart gebracht door vrijwillige tellers. De telling wordt al sinds 1967 jaarlijks georganiseerd om overwinterende populaties langs de hele flyway te tellen. Van Azië tot Afrika gaan vogelaars op pad. In Nederland coördineert Sovon de telling.

Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland op [publicatiedatum]

Ruim 1600 tellers. 5,2 miljoen watervogels. Nederland is het watervogelland van de enorme aantallen. Tijdens de midwintertelling van 18 januari worden die opnieuw in kaart gebracht door vrijwillige tellers. De telling wordt al sinds 1967 jaarlijks georganiseerd om overwinterende populaties langs de hele flyway te tellen. Van Azië tot Afrika gaan vogelaars op pad. In Nederland coördineert Sovon de telling.

De midwintertelling van 2013 leverde in totaal 5,2 miljoen watervogels op. Dat waren er weliswaar een dikke 400.000 minder dan het jaar ervoor, maar desondanks was het het op twee na beste resultaat ooit. Vorig jaar viel het telweekend precies voor een overgang naar zeer koud winterweer. Tijdens de telling was het zonnig en stond er weinig wind, ideaal weer dus. Het milde weer zorgde ervoor dat soorten zoals kievit en goudplevier en grondeleenden zoals wintertaling en slobeend relatief goed scoorden.

Goudplevieren foerageren op wormen in het grasland (foto: Ran Schols)

Veel goudplevieren
Het jaarlijks aantal goudplevieren varieert net als bij kievit sterk van jaar tot jaar. Vorst speelt hierbij een grote rol. Bij aanhoudende vorst moeten deze vogels wegtrekken, omdat ze geen voedsel meer uit de grond kunnen halen. Figuur 1: Cumulatieve verspreiding van de goudplevier in 2009 tot en met 2013 (bron: Sovon)Door deze grote variatie is het moeilijk om een trend te zien, maar is zichtbaar dat de pieken groter zijn geworden.

De goudplevier komt vrijwel uitsluitend voor in het agrarisch gebied in het westen en noorden van het land in een band die loopt van Friesland tot Zeeland. Het is een soort die vooral tijdens de midwintertelling veel gezien wordt, omdat er dan meer gebieden worden geteld. Buiten de verspreidingsband zien we nog enkele grotere concentraties langs de Randmeren en de IJssel, een paar kleinere concentraties in de provincie Groningen, maar verder is het daarmee klaar: het binnenland is tegenwoordig zo goed als leeg (figuur 1). 

Aalscholver: de groei is eruit
Figuur 2: Cumulatieve verspreiding van de aalscholver in de periode 2009 tot en met 2013 (bron: Sovon)Dit laatste kunnen we in zijn geheel niet zeggen over de aalscholver. Deze soort, die zo’n dertig jaar geleden buiten het IJsselmeer nog tamelijk zeldzaam was, is nu echt overal aan te treffen waar ook maar een beetje water is. Zelfs in steden kom je hem tegen. Dat wordt mooi geïllustreerd door de kaart (figuur 2), waar de soort eigenlijk alleen in de droogste delen van het land ontbreekt. De trend van de aalscholver was heel lang positief, maar ondanks een piek in 2012 lijkt er nu sprake van een afvlakking of zelfs een afname. 

Meedoen?
We zijn altijd op zoek naar vrijwilligers die mee willen tellen. Vooral voor bebouwd gebied, op agrarisch gebied (buiten de aanvullende ganzengebieden) en op nieuwe (grind)plassen valt er nog veel te winnen. Via deze pagina kun je de vacante gebieden bekijken en claimen.

Tekst: Menno Hornman, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Ran Schols
Figuren: Sovon Vogelonderzoek Nederland