Ondanks sneeuw Dwergspikkelschijfje op Voorne gevonden
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]
In de winter, als er door de sneeuw en vorst geen paddenstoelen te vinden zijn, levert kweek van paddenstoelen op mest vaak bijzondere resultaten op. Zo werd op gekweekte konijnenkeutels uit Voorne het dwergspikkelschijfje gevonden. Dit is sinds 1990 slechts beperkt in Nederland waargenomen.
Paddenstoelen op mest zijn gemakkelijk op te kweken. Wat keutels van een konijn, ree of hert op een vochtig gehouden koffiefilter onder een klein jampotje leveren tal van soorten op. Opgekweekt materiaal is vaak beter te bestuderen omdat ze vochtig gehouden kunnen worden. Nu alles in de natuur toegedekt is met een witte deken van sneeuw, kunnen zo binnenshuis mestpaddenstoelen worden opgekweekt en bestudeerd. Deze methode wordt dan ook door enkele fanatieke mycologen toegepast. Het Dwergspikkelschijfje (Saccobolus glaber) dat na kweek op konijnenkeutels uit Voorne werd gevonden, is sinds 1990 slechts in 14 uurhokken in Nederland waargenomen.
Van de soorten op mest zijn de ascomyceten (zwammetjes die hun sporen in zakjes dragen) ruim in de meerderheid. Het zijn vaak zeer kleine schijfjes die gekleurde of vrijwel ongekleurd kunnen zijn. Omdat maar weinig mensen zich in deze materie verdiepen, zullen sommige, niet met het blote oog zichtbare, ascomyceten vaak onontdekt of schijnbaar zeldzaam blijven. Het gebruik van een stereomicroscoop is nodig om deze minuscule soorten beter in beeld te krijgen. Het zeer zelden waargenomen Dwergspikkelschijfje is een klein, vrijwel kleurloos schijfje met fraaie paarse sporen die zoals op de foto goed te zien is in groepen van acht in de ascus zitten.
Interessant is dat verschillende soorten zwammetjes elkaar opvolgen in de vertering van de mest. Dit gaat vaak enkele weken door. Zo zijn er wel dertig soorten op eenzelfde stukje mest gevonden.
Tekst: Eline Vis & Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Eline Vis, Nederlandse Mycologische Vereniging