Kraanvogels in de Delta? Ja in de Delta. Je vraagt je misschien af wat deze majestueuze vogel hier doet, maar sinds het afsluiten van de zeearmen zijn de voormalige kwelders verzoet en kent de noordelijke Delta uitgestrekte natuurgebieden. Natuurgebieden die maar beperkt toegankelijk zijn voor mensen en extensief begraasd worden. De ondiepe oevers in dit gebied zijn voor kraanvogels uitermate geschikt om in te overnachten en om zo nu en dan een visje of rivierkreeftje te vangen. De begraasde graslanden bieden bovendien een rijke variatie aan grassen en kruiden en zitten vol insecten, een andere voedselbron voor de kraanvogel.
Omkeren en uitkrabben, die vlaai
Die insecten zijn niet alleen te vinden tussen de grassprieten. In de poep van de vele grazers krioelt het pas écht van de beestjes. Te zien was hoe de aanwezige kraanvogels paardenbolussen, uitgedroogde koeienflatsen en wisentvlaaien doorzochten. De poep werd omgekeerd en uitgekrabd om bij de wormen, kevers en larven te komen. Hiermee laten de kraanvogels zien dat bloemrijke graslanden met een rijke structuur en mestfauna erg aantrekkelijk zijn voor de soort. Precies het soort grasland wat extensieve begrazing oplevert.
Recent onderzoek van ARK laat zien dat poep van grazers niet altijd zo rijk is aan insecten. Regelmatig worden koeien en paarden behandeld met ontwormingsmiddelen, om besmettingen met parasieten tegen te gaan. Hierdoor sterft de mestfauna en kunnen soorten als de kraanvogel, maar ook andere vogelsoorten, amfibieën en zoogdieren zich niet meer tegoed doen aan de vele insecten die normaliter op een verse vlaai of flats afkomen. Met haar project ‘Poep moet leven’ roept ARK beheerders op om erg terughoudend te zijn met het gebruik van deze anti-parasitaire middelen, zodat ze niet in natuurgebieden terecht komen.
Uitbreidend broedgebied
Dit jaar is niet het eerste jaar dat er kraanvogels langs het Krammer-Volkerak en soms ook de Grevelingen aanwezig zijn. Zo werd in juli 2012 een adult paartje met een groot jong gevonden. Het jong was al vliegvlug en zou dus overal vandaan kunnen komen. Maar omdat de regio tot dan toe maar zelden door overtrekkende kraanvogels werd bezocht en dan nog vooral met harde oostenwind tijdens de herfsttrek, rijst de vraag waar dat jong dan uit het ei is gekropen. Sindsdien wordt er geregeld in het voorjaar gebaltst, waarna de vogels vervolgens erg stiekem worden en uit het zicht verdwijnen. Van bewezen succesvol broeden is het tot nu toe niet gekomen. Wie weet gaat het nu dan echt gebeuren.
Meer informatie
Tekst en foto: Leo Linnartz, ARK Natuurontwikkeling
Tekening: Jeroen Helmer, ARK Natuurontwikkeling