Ansjovis wachtte op een warmere Noordzee
Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]
Rond de eeuwwisseling zat er plots weer volop ansjovis in de Noordzee. Daar was geen Brussels overleg of een visquotum aan te pas gekomen. Net een beetje warmer zeewater was voldoende om het visje over het dooie punt heen te helpen, denkt Kristina Raab. Op 10 oktober promoveert ze op onderzoek naar deze ansjovis-explosie, dat ze uitvoerde bij IMARES en de leerstoelgroep Aquacultuur en visserij.
Haar onderzoek past binnen de internationale wetenschappelijke interesse voor de grote populatieschommelingen bij ansjovis. In de wereldzeeën wisselen enorme scholen sardine en ansjovis elkaar af. Welke factoren bepalen die fluctuaties? Het antwoord op die vraag is ook economisch van belang: ansjovis, sardine en ander klein grut zijn goed voor de helft van de wereldwijde visvangst.
‘Ook in de Noordzee zien we populatiefluctuaties’, vertelt Raab, ‘Al zijn de aantallen hier lang niet zo groot als in de oceanen’. Eind jaren veertig ging het crescendo met de ansjovis. Daarna zakte de populatie in. Midden jaren negentig begon het visje echter weer aan een opmars. De huidige boom, denkt Raab, valt vooral te verklaren door de temperatuur van het zeewater. Net als nu was die in de jaren veertig wat hoger dan gemiddeld door een periodieke klimatologische schommeling. Mogelijk wordt dat versterkt door klimaatverandering. ‘Het aantal malen dat ansjovissen eieren leggen, het aantal eieren dat ze leggen en ook de groei van jonge ansjovissen in hun eerste seizoen is gerelateerd aan de temperatuur’, aldus Raab. Maar een hogere watertemperatuur zorgt ook voor geschikte paaiplaatsen in de Duitse Bocht waar het normaal gesproken te koud is.
Ook onderzocht Raab samen met internationale collega’s waar de grondleggers van de huidige Noordzee-ansjovis vandaan komen. Waren dat Zuid-Europese vissen, bijvoorbeeld uit de Golf van Biskaje, die hun kans schoon zagen toen de Noordzee opwarmde? Het DNA-profiel van de Spaanse en de Noordzee-ansjovis is echter duidelijk verschillend, ontdekte het team. Kennelijk weet een kleine populatie ansjovis zich ook bij lage temperaturen in de Noordzee te handhaven en voort te planten, in afwachting van betere tijden.
De visserij profiteert mee van de huidige bloeiperiode, die niet ten koste lijkt te gaan van sprot en haring, vissen die ook dierlijk plankton eten. Sinds een jaar of zes wordt er in de Noordzee op ansjovis gevist. De moeite waard? ‘Gezouten vind ik er niet veel aan, maar op de markt in Wageningen kun je ook verse ansjovisjes kopen. Die zijn lekker.’