Duizenden huismoeders vermist
Bericht uitgegeven door Natuurbericht [land] op [publicatiedatum]
U las het hier al eerder: 2012 is een bizar nachtvlinderjaar, met vooral lage aantallen nachtvlinders. Na een mooie start met enorm veel voorjaarsuilen viel het stil en het bleef maanden stil. Het zag ernaar uit dat het seizoen maar niet op gang kwam. Dat een dikke week warm weer eind augustus de nachtvlinderaantallen plots enorm deed pieken, hadden we zelfs niet meer verwacht. Intussen zijn de temperaturen weer normaal, maar zijn de aantallen nachtvlinders alweer gedaald tot (ver) beneden het normale niveau.
Al enkele jaren telt de tweede auteur nagenoeg dagelijks de nachtvlinders in zijn tuin. Dat levert mooie gegevens op over de evolutie van de mottenaantallen doorheen het jaar. Voor 2012 is die grafiek heel ongewoon. Na de klassieke maartpiek viel alles stil, zonder in juni-juli weer opvallend te stijgen zoals dat hoort. Dan volgde de hitteperiode in de tweede helft van augustus, waarin bijna evenveel vlinders als tijdens de maartpiek gevangen werden. Die augustuspiek was overigens maar van korte duur.
Wellicht geeft deze grafiek een ietwat vertekend beeld van de reële aantallen vlinders. Tijdens de warme augustusperiode waren de vliegomstandigheden ideaal: zwoele nachtenmet minimumtemperaturen tussen 15 en 20 graden zonder maanlicht. In die periode slopen niet alleen veel motten uit de pop, maar konden ze zich ook optimaal verspreiden. Ze hadden er zin in ! Dat geeft ons een maximale trefkans. Dat zorgt allicht voor een wat geflatteerd beeld: misschien waren er dus relatief gezien wel minder motten dan uit die augustuspiek blijkt.
Opmerkelijk is dat sommige nachtvlinders die, net als het Landkaartje, een voorjaars- en een zomergeneratie hebben, dit jaar er toch in slagen om een geslaagde zomergeneratie voort te brengen terwijl de voorjaarsgeneratie amper iets voorstelde. Zo vloog de Haarbos recent in mooie aantallen en werden er duidelijk meer Hagedoornvlinders gemeld dan in 2011. Toen was april de beste maand voor deze soort, dit jaar zal dat ongetwijfeld augustus zijn. Van de Zwarte-c-uil werden voor het eerst in jaren deftige aantallen gevangen. Lokaal was de soort zelfs dominant, getuige de nachtvangst met enkele duizenden exemplaren in Ranst (Antwerpen) op 23 augustus. Zelfs enkele soorten die de voorbije jaren totaal gecrashed waren, kennen nu een opvallende remonte: Gewone breedvleugeluil en Schedeldrager zijn hiervan twee sprekende voorbeelden.
De lage aantallen van een zeer algemene soort als de Huismoeder zijn daarentegen moeilijk te verklaren. Deze soort, die in sommige jaren met honderden exemplaren per nacht kan worden gevangen, wordt dit jaar slechts met mondjesmaat gezien. Misschien vliegen ze nog later , maar die kans wordt kleiner met de dag.
Tenslotte wijzen we erop dat een korte warmteperiode in de hoogzomer niet het hele mottenjaar kan goedmaken. Voor tal van soorten die april-juli als enige of hoofdvliegtijd hebben, kwam dat goede weer in augustus te laat.
Tekst: Wim Veraghtert & Marc Herremans, Natuurpunt Studie
Foto’s en figuur: Marc Herremans & Leo Janssen