De Velduil in 2014: een handleiding voor bescherming in grasland
Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum AkkervogelsBericht uitgegeven door Werkgroep Grauwe Kiekendief en Vogelbescherming Nederland [land] op [publicatiedatum]
Vrijwel dagelijks worden Vogelbescherming Nederland en Werkgroep Grauwe Kiekendief gebeld door vogelaars, boeren en natuurbeheerders die, doorgaans geheel onverwachts, geconfronteerd worden met broedende velduilen in agrarisch gebied. In dit natuurbericht schrijven we wat te doen om broedende velduilen te beschermen.
Aanvankelijk werden de vele velduilen medio april en mei nog gerelativeerd vanuit het idee “het zullen wel late doortrekkers zijn”, maar toen de eerste broedende vrouwtjes en/of eieren en jongen werden uitgemaaid, keerde dit beeld snel. Vogelbescherming deed een natuurbericht uitgaan op 3 juni jl. om mensen op mogelijke broedgevallen van de velduil te attenderen.
De telefoontjes die ons bereiken hebben feitelijk dezelfde strekking. De volgende vragen worden gesteld:
- Is een velduil die een kraai/roofvogel in deze tijd van het jaar wegjaagt broedverdacht? Het antwoord is: ja.
- Zijn nesten van velduilen snel te vinden? het antwoord is: nee.
- Wat te doen bij een nestvondst of een zware indicatie dat er een nest is? Direct proberen te achterhalen wie de eigenaar/pachter is van het betreffende perceel. Heb je geluk dan is het perceel in handen van een terreinbeherende instantie en dan volstaat doorgaans een telefoontje met de boswachter/opzichter om eventueel maaien te voorkomen. Bij landbouwers ligt dat wat lastiger. Natuurlijk moet eerst de boer worden benaderd en de hamvraag is “wanneer ga je maaien”. Hierover later meer.
- Jagen velduilen vaak overdag? Dit is een breed verbreid misverstand dat veel nodeloze uurtjes in het veld kan opleveren. Na het avondeten of tijdens het ochtendgloren is de kans op een velduil, en daarmee een voedseltransport, verreweg het grootst. Met een beetje mazzel krijg je er een roepende kwartel of kwartelkoning als cadeau bij.
Vrijwel alle velduilen in bijvoorbeeld de graslandgebieden langs de randmeren, in Friesland en Groningen verdienen urgente aandacht. Het maaien van gras bij reguliere landbouwbedrijven is momenteel in volle gang, en vanaf half juni gaan de beheerders als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de Landschappen ook los. Zaak om nog een eindsprintje te trekken en de volgende tips tussen de oren te knopen. Mocht het nest niet vlot gevonden worden (wat doorgaans het geval is) doe dan het volgende:
- Kijk waar een volwassen vogel het meest actief is, met prooien sleept en vaak gaat zitten;
- Lukt het niet om een nest ‘warm’ (na een gerichte waarneming op lijn naar toe lopen) of ‘koud’ (op goed geluk struinen door het gras) te vinden, dan verdient het aanbeveling om met een paar mensen op linie door het perceel te lopen. Nog beter is het om tussen twee personen een touw van 20 tot 30 meter door het gras te slepen. In de meeste gevallen zal het wijfje van het nest vliegen en kan het nest worden gemarkeerd;
- a. Heeft een vogel eieren (wat op dit moment op veel plekken het geval is, in Friesland zelfs een wijfje op 9 eieren) dan volstaat het om een stuk van 40 x 40 meter rond het nest niet te maaien. Nog beter is bij de boer/beheerder te organiseren het maaien uit te stellen. Het beste kan daarna een stroomhek rond het ongemaaide vierkant worden gezet, teneinde predatie door grondpredatoren uit te sluiten (conform de werkwijze met grauwe en blauwe kiekendieven).
b. Heeft het paar velduilen jongen, dan is de volgende vuistregel handig: Kleine jongen (7 tot 10 dagen oud) blijven in en vlakbij het nest. Grotere jongen zullen zich over een groter oppervlak verspreiden (antipredatiegedrag). Jong 1 kan zomaar 100 meter van jong 2 enzovoort zitten. De kans dat het jong dan uitgemaaid wordt is groot; - Zorg ervoor dat er iemand tijdens het moment van maaien aanwezig is. Jongen kunnen in paniek in polderslootjes terecht komen of fladderend in prikkeldraad.
Gelukkig is een mooi aantal nesten in onder andere de Eempolders, Polder Mastenbroek en Friesland tijdig gevonden en veiliggesteld. Zoals iedereen kan lezen, zijn doorzettingsvermogen, maatwerk en gezond verstand nodig om per legsel de juiste keuzes te maken. Mensen kunnen ons te allen tijde bellen of een mail sturen. De beloning van al die beschermingsinspanning is dat er in de loop van de zomer op tal van plekken in onze agrarische gebieden uitgevlogen velduilen kunnen worden gezien.
Gerrit Gerritsen en Ben Koks hebben zich voorgenomen om dit bijzondere jaar voor één van de meest bedreigde West-Europese broedvogels te documenteren, van een analyse te voorzien en te publiceren. Er is niets mooier dan gedeelde kennis. Medio volgende week volgt een update over het fenomeen van uilen met korte oortjes in graslandgebieden.
Ten slotte dit: wie denkt dat dit een goed velduilenjaar gaat worden komt bedrogen uit. Het omgekeerde is eerder het geval. In een paar bekende bolwerken (Texel, Oost-Groningen) is de soort nagenoeg afwezig en het lijkt er sterk op dat ze nu opduiken in een aantal gebieden met grote dichtheden aan veldmuizen. Dat zijn juist de graslandgebieden waar ze dreigen te worden uitgemaaid. Uiteindelijk gaat het erom dat soorten reproduceren, en we kunnen alleen maar duimen dat dit in 2014 in ruime mate gaat gebeuren. Met jullie hulp uiteraard!
Tekst: Ben Koks, Werkgroep Grauwe Kiekendief, 06-50579997, ben.koks@grauwekiekendief.nl
Gerrit Gerritsen, Vogelbescherming Nederland, 06-27490330, Gerrit.Gerritsen@vogelbescherming.nl
Foto's: Johan Krol; Jelle Harder; Gerrit Nijboer
Leadfoto velduil, Johan Krol