De Voorjaarspronkridder, een paddenstoel gesteund door heiligen
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op woensdag 19 mei
Tussen 23 april en 24 juni is de Voorjaarspronkridder te vinden. Deze paddenstoel waar de zegen van twee heiligen op rust is weliswaar eetbaar, maar geen culinair hoogtepunt en verwisselbaar met een giftige Judas.
Van geen enkele andere paddenstoel is bekend dat hun oogsttijd geflankeerd wordt door wel liefst twee heiligen. De Voorjaarspronkridder (Calocybe gambosa) is een eetbare paddenstoel die ook in Nederland voorkomt. Van de Voorjaarspronkridder wordt traditioneel aangenomen dat deze in Noordwest Europa te vinden is tussen 23 april en de 24 juni. Op 23 april wordt Sint Joris herdacht, onder andere beschermheilige van Engeland en doder van de draak; 24 juni is de geboortedag van Sint Jan, ook wel bekend als Johannes de Doper. Ondersteund door zoveel heiligheid zou je onmiddellijk aannemen dat dit toch wel de lekkerste paddenstoel moet zijn die er te vinden is. Helaas valt dat tegen want zij heeft een nogal doordringende meelachtige geur. Er circuleert echter een aardig recept voor deze paddenstoel in combinatie met asperges, en dat is goed te eten.
De Voorjaarspronkridder komt voor in tuinen, parken en loofbossen. Vaak vormt zij grote heksenkringen. Ze heeft een voorkeur voor wat kalkrijke grond. Zij beperkt zich niet tot bepaalde boomsoorten of struiken, maar groeit meestal in de nabijheid van bomen zoals de meidoorn. Let echter op bij het verzamelen van paddenstoelen voor culinaire doeleinden. Elke eetbare paddenstoel heeft een dubbelganger die voor nare problemen kan zorgen of zelfs de dood tot gevolg kan hebben. De Giftige vezelkop (Inocybe erubescens) lijkt als twee druppels water op de Voorjaarspronkridder en kan door de grote hoeveelheden muscarine die zij bevat tot ernstige vergiftigingen leiden: een vergiftiging waar geen heilige tegen helpt. De moraal is dan ook dat de meest betrouwbare en eetbare paddenstoelen de gekweekte soorten zijn die je in elke winkel kan kopen.
Tekst en foto: Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging