Een mooie vondst, maar weer niet de eerste!
Nederlandse Mycologische VerenigingHet is altijd mooi om een Voorjaarspronkridder (Calocybe gambosa) te vinden. Dit jaar vonden wij onze eerste op een locatie waar deze soort vanaf 2012 elk voorjaar wordt gevonden. Dat was dus niet zo vreemd aan deze vondst, maar het tijdstip van verschijnen was dat wel. Wij hadden de Voorjaarspronkridder namelijk nog nooit in maart gevonden. Onze vroegste vondst deden wij op 4 april 2014 in het Zwanenwater bij Callantsoog en onze meest late vondst op 26 juni 2013 in de Wilhelminalaan te Alkmaar. Enige decennia geleden dateerden de meeste vondsten van de Voorjaarspronkridder van de maand mei. In Duitsland wordt de Voorjaarspronkridder nog steeds de Maipilz genoemd, Meizwam vertaald in het Nederlands! Dat zou nooit meer kloppen als door opwarming van het klimaat dit verschijnen eerder plaatsvindt dan we vroeger gewend waren. De naam Meizwam klinkt daardoor in toenemende mate wat ongeloofwaardig.
Voorjaarspronkridder
Nederland kent momenteel zeven soorten van het genus Calocybe, waaronder de Voorjaarspronkridder. De Voorjaarspronkridder is een bodembewonende saprotroof die vooral op humeuze plaatsen wordt aangetroffen. De soort heeft een drie tot tien centimeter brede hoed en is in een jong stadium half bolvormig. Later spreidt hij uit en is hij vaak onregelmatig gebogen. Het matte en droge oppervlak vertoont meestal een witte tot roomwitte kleur, maar sommige exemplaren kunnen ook gelig of bruinachtig zijn. De drie tot tien centimeter lange en tot vier centimeter brede wat plompe steel heeft een stevige consistentie en is wit van kleur. De smalle en dicht op elkaar staande lamellen zijn wit. Deze zijn bochtig aangehecht aan de steel of met een tandje op de steel aflopend. Het vlees is dik. De smaak is sterk meelachtig, evenals de geur van het vlees. De melige geur lijkt wat op de geur van komkommer of dennenhout. De sporenprint is wit. Microscopisch vertonen de eliptische en gladde sporen geen jodiumkleurreactie. De afmetingen zijn 4 tot 7 bij 2 tot 3,5 micrometer. De basidia zijn viersporig (hierop rijpen de sporen) en de cystidia ontbreken. De septen van de hyfen (schimmeldraden) vertonen gespen (klemverbindingen).
Wat opvalt is dat deze soort geregeld op vaste groeiplaatsen in het voorjaar kan worden gevonden. De Voorjaarspronkridder wordt door veel natuurliefhebbers gezocht vanwege zijn eetbaarheid, maar kan dat wel zonder risico? Vooral jonge exemplaren van de vroeg verschijnende Giftige vezelkop kunnen voor verwarring zorgen. Er zijn meer witte paddenstoelen waar de soort mee verward kan worden, maar dat betreffen geen voorjaarssoorten.
Voorkomen
De Voorjaarspronkridder komt voor in Azië (Siberië, Korea en Japan), in Noord-Amerika, Noord-Afrika, Noord- en Zuid-Europa en op de Canarische Eilanden. In Nederland komt de Voorjaarspronkridder algemeen voor en hij staat dan ook niet op de Rode Lijst.
Tekst en foto’s: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging