Heidelibel heeft niets met heide
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Er zijn regelmatig meldingen van heidelibellen en even voor de duidelijkheid, niet van heiden. De bloedrode heidelibel bijvoorbeeld, die een van de eersten is die verschijnt, zit in allerlei stilstaande wateren met veel plantengroei.
De meeste heidelibellen komen namelijk helemaal niet alleen op heide voor, maar planten zich voort in allerlei wateren. En om direct een ander misverstand uit de weg te helpen: voor de voortplanting hebben libellen water nodig, maar je kunt ze kilometers van het water tegenkomen als ze nog niet geslachtsrijp zijn. Dan zoeken ze rustige plekken op, soms ver van het water waar hun op seks beluste soortgenoten niet aanwezig zijn. Ze hebben dagen nodig om zelf ook geslachtsrijp te worden en ze doen dat op warme wat beschutte plekken met veel voedsel. Ze eten allerlei insecten en op bloemrijke graslandjes in het bos kan het soms wemelen van de libellen. De bloedrode heidelibel kun je ook in tuinen tegenkomen of in parkjes midden in de stad. Het is een van de meest algemene libellen en een van de eerste heidelibellen. De andere algemene libellen, de bruinrode en de steenrode heidelibel, zijn vooral veel aanwezig in augustus en september, en kunnen nog tot in november worden gevonden. De bloedrode is van die andere twee rode soorten te onderscheiden door de helemaal zwarte poten.
Er is een heidelibel die zijn naam wat meer eer aandoet, namelijk de zwarte heidelibel. Deze heeft voor de voortplanting wel een voorkeur voor plassen in heiden en venen, hoewel ook deze soms zwerft en op andere locaties kan worden gezien. Net als bij andere heidelibellen zijn jonge zwarte heidelibellen in de wijde omgeving van het voortplantingswater te vinden in ruige vegetaties op beschutte plaatsen, waar ze jagen en geslachtsrijp worden. Geslachtsrijpe mannetjes zitten op stengels langs de waterkant, maar hebben geen vaste zitplaats. Ze vliegen regelmatig kleine stukjes en zoeken daarbij naar vrouwtjes om mee te paren. Ze gedragen zich niet territoriaal, maar mannetjes die dichtbij komen worden vaak wel weggejaagd. Het afzetten van de eitjes gebeurt in vlucht in tandempositie. Met een dippende beweging worden de eitjes los in het water afgezet. De mannetjes zijn goed te herkennen, want ze zijn zwart. De vrouwtjes hebben naast zwart ook veel felgeel.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting