1 januari 2012: een nieuw jaar én een nieuw vlinderseizoen
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
Raar maar waar: met de start van het nieuwe jaar is meteen ook het nieuwe vlinderseizoen begonnen. Voor de nachtvlinders dan toch. Zachte temperaturen zorgen ervoor dat sommige klassieke soorten van het (zeer) late najaar nu nog in hoge aantallen aanwezig zijn, terwijl vlinders die in de vroege lente vliegen zich ook al laten opmerken. Herfst en lente lijken zo wel in elkaar over te lopen…
In een normaal vlinderjaar loopt het vlinderseizoen begin december ten einde (of vroeger, als de vorst intreedt): de echte herfstsoorten leggen dan het loodje, een handvol nachtvlinders die als imago overwinteren zijn dan niet meer actief tot in het vroege voorjaar de temperaturen weer hoog genoeg zijn. Het nieuwe vlinderseizoen start doorgaans in februari wanneer de eerste voorjaarssoorten verschijnen.
Bernard Misonne uit Tervuren trof op 2 januari ’s ochtends niet minder dan 65 nachtvlinders in zijn vlinderval aan. Dat is wel een bijzonder hoog aantal voor zo’n vroege datum. Die vangstresultaten weerspiegelen mooi de nachtvlinderdiversiteit die momenteel in bosrijke regio’s waargenomen kan worden. Bijna de helft van de exemplaren betroffen Grote wintervlinders, die, zoals zijn naam doet vermoeden, wel vaker in deze periode van het jaar rondfladdert. Zelfs in de strengere winter 2010-2011 waren er in januari Grote wintervlinders actief, weliswaar in beduidend lagere aantallen.
Ook twee spanners die traditioneel al erg vroeg in het jaar te vinden zijn, de Kleine voorjaarsspanner en de Perentak, waren telkens met 18 exemplaren goed vertegenwoordigd. Van beide soorten werden in de laatste week van december ook al diverse meldingen, verspreid over het hele land, ingevoerd op waarnemingen.be. Het is een klassiek verschijnsel dat wanneer het in januari ietwat zachter wordt, de eerste Perentakken en Kleine voorjaarsspanners verschijnen. Maar dit jaar zijn ze er dus erg vroeg bij. Terwijl beide vlinders de piek van hun vliegtijd normaal in februari beleven, zou dat dit jaar wel eens een maand vroeger kunnen zijn. Van de Kleine voorjaarsspanner werden tijdens de eerste twee dagen van januari 2012 al meer exemplaren waargenomen dan in de hele maand januari 2011…
De meest opmerkelijke waarnemingen zijn die van voorjaarssoorten die gewoonlijk vooral in de maand maart vliegen. Grote voorjaarsspanner, Tweestreepvoorjaarsuil, Nunvlinder en Kleine voorjaarsuil zijn daarvan voorbeelden. Zowel de Kleine als de Tweestreepvoorjaarsuil werden de voorbije weken meermaals gemeld. Door de zachte wintertemperaturen sluipen die vlinders klaarblijkelijk (te) vroeg uit de pop. Dat kan hen zuur opbreken want voorjaarsuilen foerageren het liefst op bloeiende wilgenkatjes. En die zijn nog niet meteen op komst…
Tenslotte bleek dat tot ver in de maand december sporadische waarnemingen van herfstsoorten geregistreerd werden. Een sprekend voorbeeld is de vangst van een Geelbruine herfstuil op 30 december (opnieuw in Tervuren) , wellicht een recorddatum.
Nachtvlinders in de winter lijkt op het eerste zicht een saaie bezigheid, maar deze winter toont aan dat een vlinderval buitenzetten op een vorstvrije, niet te winderige avond toch fenologisch interessante resultaten kan opleveren.
Tekst: Wim Veraghtert, Natuurpunt Studie
Foto's: Leo Janssen