Aziatische rugstreepsteurgarnaal niet overal succesvol
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON op [publicatiedatum]
Sinds 1999 komt de Aziatische rugstreepsteurgarnaal in onze kustwateren voor. Veel exoten vertonen bij hun aankomst een explosieve groei en komen al snel massaal voor. De Nieuwzeelandse druipzakpijp, Japans bessenwier, Japanse oester en Amerikaanse zwaardschede zijn daar slechts enkele voorbeelden van. Maar de Aziatische rugstreepsteurgarnaal vormt daar gelukkig lokaal een uitzondering op. Ruim zes jaar na zijn introductie is het nog steeds een soort die slechts weinig door sportduikers in Zeeuwse wateren wordt aangetroffen.
De Aziatische rugstreepsteurgarnaal, Palaemon macrodactylus, is van oorsprong een garnaal uit de kustwateren van Japan, Korea en het noorden van China. Meeliftend met de wereldwijde scheepvaart is hij in de vijftiger jaren van de vorige eeuw zijn opmars over de wereldzeeën voortvarend begonnen. Hij komt momenteel voor op tenminste de Noord-Amerikaanse oost- en westkust, de Zuid-Amerikaanse westkust, de kust van Australië en de West-Europese kust. Hij komt nu ook in Spaanse, Franse en sinds 1999 in Nederlandse en Belgische kustwateren voor. Vaak verloopt zijn introductie zeer explosief en komt hij in korte tijd in grote aantallen op zijn nieuwe bestemmingen voor.
In 2005 was de garnaal een zeer algemeen voorkomende soort in vooral het Veerse meer. Ondertussen is hij in de gehele Zeeuwse Delta aangetroffen. Maar hoewel elders in de wereld de soort in grote aantallen voorkomt, blijven momenteel opvallend genoeg in de Oosterschelde, het Veerse meer en Grevelingenmeer de aanwezige aantallen heel beperkt. Sportduikers zien ze hier slechts onregelmatig. Afgelopen weekend hebben sportduikers in de zuidoostelijke Oosterschelde een tiental rugstreepsteurgarnalen aangetroffen. Het betrof een aantal jonge garnaaltjes en enkele zwangere vrouwtjes. Zij zijn in ieder geval het bewijs dat deze exoot zich hier succesvol voortplant. Maar het blijft nog maar de vraag of hij ook hier een plaag gaat worden. Voorlopig is daar nog geen sprake van. Het is bekend dat deze soort in de oostelijke Westerschelde, Nieuwe Waterweg, Noordzeekanaal en Eemshaven meer voorkomt. Ook elders op de wereld is hij zeer succesvol geïntroduceerd in brakke kustwateren zoals havens en riviermondingen. Het is duidelijk dat hij zich beter kan vestigen in brak water. De relatief stabiele en hogere zoutconcentraties van de andere Zeeuwse wateren kan zijn aanwezigheid hier voorlopig in bedwang houden.
De rugstreepsteurgarnaal is een grote garnaal die maximaal zeven centimeter lang kan worden. Zijn lichtbruine semitransparante lichaam wordt getekend door bruine strepen en beige vlekken. Over de volle lengte van zijn rug loopt de karakteristiek beige streep. Op het rostrum, een stekel op de kop van de garnaal, staan 9 tot 15 tanden.
Tekst en foto’s: Peter H. van Bragt, Stichting Anemoon