Gaat Perophora japonica de Oosterschelde koloniseren?
Stichting ANEMOONPerophora japonica is een kleine zakpijp die oorspronkelijk uit Azië komt. De thuishaven is het gebied van de Baai van Peter de Grote in Rusland tot Japan en Korea. In 2004 is de soort voor het eerst in de Nederlandse kustwateren waargenomen, aan de Noordzeekant van Neeltje Jans, dus net buiten de Oosterschelde. Daarna is hij uitsluitend nog aangetroffen in de oostelijke Oosterschelde in de veerhaven van Anna Jacobapolder. Mogelijk is hij daar door schelpdierdiertransporten terecht gekomen. Daar is hij al jaren aanwezig zonder dat hij zich verder heeft verspreid over de Oosterschelde of de Zeeuwse Delta. Voor een exoot is dat opmerkelijk. Vele tientallen andere exotische zeedieren, waaronder diverse andere soorten zakpijpen, hebben zich in het verleden na hun introductie zeer succesvol gevestigd en massaal verspreid over onder andere de Zeeuwse Delta.
Aan de beperkte verspreiding van Perophora japonica lijkt nu toch een einde te zijn gekomen. Recent is hij bij Zierikzee, ten westen van de Zeelandbrug, in de centrale noordelijke Oosterschelde aangetroffen. Dit is geen beschutte locatie. Hij staat blootgesteld aan sterke getijdenstromen. De kans is in ieder geval erg groot dat de soort zich nu verder over de Zeeuwse Delta gaat verspreiden. Omdat het een onopvallende en kleine zakpijp betreft en wij niet in de gehele Oosterschelde monitoren is het goed mogelijk dat de soort elders in de Oosterschelde ook al aanwezig is.
De zooïden van Perophora japonica, de individuele diertjes, zijn slechts ongeveer 4 tot 5 millimeter groot en onopvallend semitransparant tot lichtgrijs van kleur. Het is een samengestelde zakpijp. Dat wil zeggen dat hij via ongeslachtelijke voortplanting uitgroeit tot kolonies van honderden tot vele duizenden individuen die dicht tegen elkaar staan en het substraat volledig kunnen bedekken. Karakteristiek voor deze soort is dat de kolonie via zogenaamde stolonen ontwikkelt. Dit zijn draadvormige uitgroeisels waaruit door knopvorming de nieuwe individuen groeien. Aan het uiteinde van de stolonen zitten unieke gele, stervormige uitgroeisels die kunnen afsnoeren, zich met de getijdenstromen kunnen verspreiden en elders nieuwe kolonies in gang kunnen zetten. De zakpijpjes zijn onopvallend, maar het zijn met name deze gele uitgroeisels die relatief eenvoudig door oplettende sportduikers kunnen worden waargenomen. Alle waarnemingen in de Oosterschelde en op Neeltje Jans zijn van zeer ondiep gevestigde kolonies, tot maximaal ongeveer 8 tot 10 meter onder de hoogwaterlijn, maar meestal ondieper.
Perophora japonica vestigt zich bij voorkeur aangehecht op andere zeedieren. Uit recente waarnemingen blijkt dit zakpijpje zich hier bij voorkeur te vestigen op Japanse oesters en Japanse knotszakpijpen. Beide zijn soorten die uit dezelfde Aziatische regio afkomstig zijn en zich hier al langer geleden als exoot hebben gevestigd.
Buiten Azië is Perophora japonica op diverse andere locaties aangetroffen. Sinds de negentiger jaren van de vorige eeuw komt de soort al voor op de Britse kust en heeft zich daar snel rondom Engeland, Schotland en Wales verspreid. Nu is de soort ook al rondom Ierland en de Franse westkust tot in de Middellandse Zee bij de Franse oostkust te vinden. Noordelijker lijkt hij nog niet aangetroffen te zijn. Perophora japonica is ook aanwezig in kustwateren van de Verenigde Staten van Amerika.
Stichting ANEMOON vraagt sportduikers om in de gehele Zeeuwse Delta goed op deze soort te letten. Waarnemingen kunnen worden gemeld via de website van Stichting ANEMOON of rechtstreeks op Telmee.
Tekst en foto’s: Peter H van Bragt, Stichting ANEMOON