Korte metten met Zuid-Amerikanen
FLORONBericht uitgegeven door FLORON op woensdag 7 juli 2010
Het zijn taaie rakkers die Zuid-Amerikanen. Offensief en standvastig. Maar als we in de tegenaanval gaan of, beter nog, ze voorblijven, blijken ze toch best uit te schakelen. Om die missie te blijven volbrengen moeten we ze wel goed in de gaten houden, die invasieve exotische plantensoorten.
Met de toegenomen globalisering vliegen niet alleen vele elftallen en een veelvoud aan fans de halve wereld rond. Ook planten en dieren verleggen hun grenzen. Waar de concurrenten niet op de nieuwe ploeg zijn ingespeeld, zijn gevaarlijke ontsnappingen mogelijk. Zo kunnen invasieve exoten zich in korte tijd sterk uitbreiden en daarbij inheemse soorten verdringen. Ze vormen daardoor in veel regio’s één van de belangrijkste bedreigingen voor de oorspronkelijke flora en fauna.
Onder de invasieve exoten voor de Nederandse flora komen opvallend veel Zuid-Amerikaanse soorten voor. Het zijn vooral waterplanten, zoals Waterteunisbloem, Waterwaaier, Grote waternavel en Parelvederkruid. Ze doen het goed en het kost moeite ze weer onder controle te krijgen als ze eenmaal doorgebroken zijn. We moeten dat voorblijven door de handel in vijver- en aquariumplanten goed te reguleren, en door duidelijk te maken dat het leeggooien van die aquaria in de vrije natuur grote risico’s met zich meebrengt. Waar het toch uit de hand loopt, is een tegenaanval soms succesvol. Mits tijdig uitgevoerd.
Om bestrijding succesvol te laten zijn is het van belang dat nieuwe vondsten van exotische soorten snel worden gemeld (*). Anders rest ons slechts vertrouwen in ons succesvolste wapen in de strijd tegen veel invasies: de koude van een strenge hollandse winter. Daar hebben ze niet van terug, die Zuid-Amerikanen.
Tekst en foto: Wout van der Slikke, FLORON
(*) Daarvoor werkt FLORON samen met het Team Invasieve Exoten van het ministerie van LNV. Geef waarnemingen van invasieve exoten door op Telmee of Waarneming.nl.