Boomhazelaar in vrucht

Flora krijgt steeds meer noten op haar zang

FLORON
1-OKT-2024 - Tot voor kort was de Hazelaar met zijn dikke houtige – alleen met een notenkraker te kraken dop – de enige inheemse soort met 'echte' noten. De afgelopen decennia heeft de Okkernoot zich in Nederland sterk uitgebreid en kan inmiddels als ingeburgerd worden beschouwd. Recent zijn er spontane vestigingen van nog meer exotische noten gesignaleerd, die mogelijk in de nabije toekomst gaan inburgeren.

De Okkernoot (Juglans regia, ook wel aangeduid met Walnoot), wordt al duizenden jaren door de mens voor de noten en het hout geteeld. Het oorspronkelijke areaal is daardoor lastig te reconstrueren, maar aangenomen wordt dat de soort na de laatste ijstijd vanuit Centraal- en Zuidwest-Azië Europa heeft bereikt. Mogelijk heeft deze soort ook op de Balkan de ijstijd overleefd. De Okkernoot is door de Romeinen naar onze streken gebracht. Vanouds werden Okkernoten hier vooral in de zuidelijke provincies op zavel- of lichte kleigronden aangeplant. Hoewel Okkernoten al eeuwenlang in Nederland aanwezig zijn, is er pas sinds eind vorige eeuw sprake van spontane nieuwe vestigingen en verwildering. Deze plotselinge, sterke uitbreiding is ook in andere Europese landen gesignaleerd. In Duitsland spreekt men van “Juglandisierung” en in Polen wordt de soort zelfs al als invasief bestempeld.

Trend OkkernootJonge Okkernoot op de Wageningse Eng

Oorzaken

Okkernoten zijn warmteminnende bomen. In de winter zijn ze weliswaar bestand tegen zeer strenge nachtvorsten, maar jonge scheuten en bloeiwijzen bevriezen bij late nachtvorsten in mei. Er zijn sterke aanwijzingen dat klimaatverandering de grote toename van Okkernoten in Europa heeft bevorderd. Andere factoren die een rol kunnen spelen zijn: een grotere variatie in aangeplante cultivars, aanplant van vorstbestendigere cultivars, extensivering van het landgebruik en intensievere verspreiding van de noten door dieren. Okkernoten zijn kruisbestuivers, alhoewel er tegenwoordig ook zelfbestuivende cultivars in de handel zijn. Een grotere diversiteit in aangeplante cultivars binnen een bepaald gebied vergroot de kans op kruisbestuiving en leidt tot een grotere productie van kiemkrachtige noten.

Uitheemse walnoten

Recent zijn er van twee andere uitheemse Walnootsoorten groeiplaatsen in Nederland ontdekt. Na het jaar 2000 verwildert de oorspronkelijk uit Noord-Amerika afkomstige Zwarte walnoot (Juglans nigra) steeds vaker. Zwarte walnoot komt in Nederland hier en daar voor in straat- en laanbeplantingen, in parken en in bosaanplantingen. Zwarte walnoot en kruisingen met Okkernoot (Juglans × intermedia) worden tegenwoordig aangeplant in klimaatbestendig bos en als vervanger van door essentaksterfte aangetaste Essen. Spontane vestiging van jonge bomen wordt vooral waargenomen nabij aangeplante bomen in stedelijk gebied, maar ook op rivieroevers langs de Maas en de Waal. Dit past in een Europese trend, want in verschillende Europese landen heeft deze nieuwkomer zich gevestigd in rivierbegeleidende bossen.

Jonge Zwarte walnoot in rand maïsakker bij WijheTak van de Japanse walnoot in een tuin

Van de Japanse walnoot (Juglans mandshurica var. sachalinensis) zijn in Nederland nog maar enkele waarnemingen bekend. Deze soort komt hier en daar voor in parken en arboreta. Een variëteit met een dunne schaal, de Hartnoot (‘cordiformis’), wordt tegenwoordig aangeplant in voedselbossen. Verwilderingen in andere Europese landen zijn tot nu toe onder andere in Duitsland, België, Zwitserland en Italië gesignaleerd.

Vreemde Hazelnoten

De uit Zuidoost-Europa en West-Azië (Turkije, Kaukasus en Iran) afkomstige Boomhazelaar (Corylus colurna) komt hier regelmatig voor als laanboom of als sierboom in parken. Recent wordt ook deze boom aangeplant in klimaatbestendig bos. Vanaf 2006 zijn waarnemingen van zaailingen van deze soort bekend. Veruit de meeste waarnemingen komen uit het stedelijk gebied.

Jonge Boomhazelaar in de Nijmeegse spoorkuil

De vruchten van wilde Hazelaars hebben een vruchtomhulsel dat hooguit even lang is als de noten. Hazelaars met een buisvormig vruchtomhulsel, dat veel langer is dan de noot, worden Lambertsnoot (Corylus maxima) genoemd (zie deze determinatiehulp). Vaak zijn de bladeren wat groter en minder vlak dan bij de wilde Hazelaars en zijn de noten groter en langwerpiger. Lambertsnoot en Hazelaar lijken sterk op elkaar. Als er nog geen noten gevormd zijn, zijn Hazelaar en Lambertsnoot eigenlijk niet van elkaar te onderscheiden. Verwilderingen van de Lambertsnoot worden pas sinds kort gesignaleerd. Lambertsnoot en Hazelaar kunnen met elkaar kruisen. Waarschijnlijk zijn de Lambertsnoot en hybriden met Hazelaar veel algemener dan nu bekend is.

Verspreiding via water

Noten zijn zware vruchten en vallen niet ver van de boom. Voor hun verspreiding zijn notenbomen in hoge mate afhankelijk van dieren die hun noten verplaatsen. In hun herkomstgebieden groeien Walnoot-soorten voornamelijk in rivier begeleidende bossen. De noten hebben een groot drijfvermogen en kunnen drijvend met de stroom mee verplaatst worden. Op het verspreidingskaartje van de Okkernoot in Nederland, is een zekere mate van binding aan het rivierengebied te zien. Na extensivering van het beheer in de uiterwaarden, vanaf eind vorige eeuw, kregen de daar ontkiemde Okkernoten de kans om uit te groeien tot vruchtdragende bomen. Voor een deel zullen dat nakomelingen van binnendijks in de directe omgeving aangeplante bomen zijn geweest. Tijdens piekafvoeren kunnen ook de noten van buitendijkse bomen stroomafwaarts over vele kilometers getransporteerd zijn. Ze komen ter hoogte van de hoogwateraanspoelsellijn op de rivieroever terecht en ontkiemen daar. Mogelijk komen noten via de rivieren zelfs in zee terecht, om vervolgens op de kust aan te spoelen. Op Ierse en Nederlandse kusten zijn gestrande walnoten aangetroffen.

Kilometerhokken waarin Okkernoot in de periode 2000 tot 2024 is aangetroffen

Verspreiders van noten

Zowel Hazelnoten als Okkernoten worden al duizenden jaren door de mens geconsumeerd, geteeld en verhandeld. Door de eeuwen heen is de mens de belangrijkste verspreider over lange afstanden geweest. Zo zijn Okkernoten door Europeanen ooit ingevoerd in Noord-Amerika, waar de boom nu 'English walnut' heet. Naast de mens worden noten vooral verspreid door dieren, die in het najaar als wintervoorraad noten verzamelen en op verschillende plekken begraven. De Engelse term voor dit verspreid hamsteren is 'scatter-hoarding'. Als dieren de winter niet overleven, of vergeten waar ze de noten begraven hebben, of in goede mastjaren meer verzameld hebben dan ze op kunnen, krijgen de noten de kans om te ontkiemen.

Hazelnoten worden vooral verspreid door knaagdieren als eekhoorns en bosmuizen. Vogels die een rol spelen bij de verspreiding van Hazelnoten zijn gaai, boomklever en spechten. Bij de verspreiding van Okkernoten spelen muizen een geringere rol; de noten zijn te groot voor de meeste muizen. Gaaien en eekhoorns begraven de noten vooral in bossen; roeken, kraaien en eksters begraven de noten meer in open gebieden. Muizen verspreiden de noten over enkele tientallen meters, maar gaaien en de andere kraaiachtigen kunnen de noten tot op enkele honderden meters afstand verspreiden. Na het jaar 2000 zijn de zwarte kraai en de ekster in het stedelijk gebied aanzienlijk talrijker geworden. Mogelijk heeft het fourageergedrag van deze kraaiachtigen bijgedragen aan de uitbreiding van de Okkernoot in stedelijk gebied en directe omgeving.

Kraaien als notenkrakers

Kauwen ontbijten op een zondagochtend met door auto’s geplette noten van Boomhazelaar

Overal ter wereld wordt waargenomen dat kraaien walnoten op verharde oppervlakten laten vallen, zodat ze openbarsten en de inhoud geconsumeerd kan worden. Vaak mislukt dit of verliezen de vogels de noten onderweg, waarbij ze dan bijdragen aan de verspreiding. 

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.

Kraaien die in de stad wonen doen daar hun voordeel mee (Bron: BBC Wildlife)

Er zijn verschillende 'kraakculturen' ontstaan. Sommige kraaien mikken bijvoorbeeld op daken en eten vervolgens de inhoud van de opengebarsten noot in de dakgoot op. Andere populaties hebben manieren ontwikkeld om noten door auto’s te laten kraken. In een Japanse stad hanteren kraaien een wel zeer geraffineerde kraakmethode. De kraaien werpen hun noten af boven zebrapaden. Ze wachten tot de stoplichten voor de auto’s op rood staan, om vervolgens de door autobanden gekraakte noten te consumeren. Ideaal voor kraaiachtigen zijn natuurlijk wegen waar notenbomen zoals Boomhazelaar als laanboom zijn aangeplant en de gekraakte noten kant en klaar op straat liggen.

Tekst: Ruud Beringen, FLORON
Foto's: Ruud Beringen (leadfoto: Boomhazelaar in vrucht), FLORON; Centraal Bureau voor de Statistiek; Nationale Datbank Flora en Fauna
Video: BBC Wildlife