Klein-springzaadroest massaal aanwezig
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]
Hoewel Klein springzaad al meer dan een eeuw in Europa bekend is, is de roestschimmel op deze soort pas in 1997 voor het eerst in Nederland gezien. Sinds zijn ontdekking is de roest snel zeer algemeen geworden en parasiteert hij het Klein springzaad massaal.
Het Klein-springzaadroest (Puccinia komarovii) is weer massaal aanwezig in Nederland. Ondanks zijn algemeenheid is er toch nog veel onbekend over deze roest. De roest is eenvoudig te herkennen aan de donkerbruine plekjes van maximaal 1 millimeter aan de onderzijde van de bladen van Klein springzaad (Impatiens parviflora); aan de bovenzijde van het blad verraden wat grotere, bleke plekjes de aanwezigheid van de roest.
Klein springzaad is in de tweede helft van de 19de eeuw Europa binnengetrokken vanuit Centraal-Azië. Klein-springzaadroest volgde merkwaardigerwijze pas veel later: pas in 1921 werd hij waargenomen in Oekraïne en in 1933 in Duitsland. In Nederland wordt hij pas sinds 1997 waargenomen. Klein-springzaadroest komt naar men zegt ook voor op andere soorten Springzaad, maar niet op Groot springzaad (Impatiens noli-tangere); in de praktijk is de roest praktisch alleen nog maar op Klein springzaad aangetroffen.
De levenscyclus van Klein-springzaadroest start in de lente als op dood plantenmateriaal overwinterde sporen kiemen en weer nieuw plantmateriaal infecteren. Deze vroege lente-infecties zijn opvallend doordat het opvallende, oranje infecties aan de stengels zijn. Alleen als deze oranje infecties gevormd zijn, kunnen de sporen die daarin gevormd worden bladeren infecteren en zorgen voor de bruine plekjes. Het vreemde nu is dat de oranje infecties maar heel zeldzaam voorkomen. Waarom dat zo is, is niet bekend. Duidelijk is wel dat de zeldzame infecties zorgen voor heel veel geïnfecteerde planten in de herfst. Het zou interessant zijn deze lente-infecties beter in kaart te brengen. Ook is het opmerkelijk dat, hoewel Klein-springzaadroest heel algemeen is, er ook nog veel plekken zijn waar de roest niet te vinden is. Ook al is Klein springzaad wel massaal aanwezig. Waarom dat zo is, weet niemand. Het zou interessant zijn te onderzoeken wat de variatie tussen jaren is in het optreden van Klein-springzaadroest.
Mensen die een hekel hebben aan bioinvasieve planten zijn misschien blij met Klein-springzaadroest. Roestschimmels zijn echter gecoëvolueerd met de planten: ze gedijen uitsluitend op levende planten en zijn er dus in het geheel niet mee gebaat als de planten door hun infectie afsterven.
Tekst en foto's: Aad Termorshuizen, Nederlandse Mycologische Vereniging