
Gebruik en inrichting landschap rond Natura 2000-gebieden
Bosgroepen, De Vlinderstichting, OBN Natuurkennis, Onderzoekcentrum B-WARE, Sovon Vogelonderzoek Nederland, Stichting BargerveenDe druk op Natura 2000-gebieden neemt nog steeds toe. Verzuring, vermesting, verdroging en versnippering zijn grote problemen, vooral in het zandlandschap. Dit komt doordat landbouw en bebouwing de natuurlijke ecosystemen in het landschap hebben aangetast. Een gebruik dat is gericht op maximale efficiëntie en productiviteit heeft geleid tot een grote afname van de natuurwaarden van het Nederlandse landschap, terwijl de minst rendabele droge en voedselarme delen overbleven als natuur. Veel natuurgebieden zijn geïsoleerde en aangetaste eilanden geworden, waar soorten moeite hebben om te overleven. Tegelijkertijd zorgen klimaatverandering en milieuvervuiling voor extra uitdagingen, zoals extreme droogte of juist wateroverlast en een verminderde biodiversiteit. De natuurgebieden kunnen deze druk niet opvangen en maatregelen binnen het gebied zijn onvoldoende. De vraag is hoe we het gebruik en inrichting van de gebieden rondom Natura 2000 zo kunnen aanpassen dat ze bijdragen aan natuurherstel en tegelijkertijd ruimte bieden voor landbouw, recreatie en andere functies.
Twee kanten
Het project richt zich op het ontwikkelen van een onderbouwde set vuistregels voor het inrichten en beheren van overgangsgebieden rondom Natura 2000. We zoeken oplossingen vanuit twee perspectieven: enerzijds wordt gezocht naar maatregelen die drukfactoren in de natuurgebieden verminderen, anderzijds wordt gezocht naar herstel van leefgebieden voor doelsoorten door andere inrichting en beheer van de omgeving.
Belangrijk is dat bestaande functies niet worden ‘opgeofferd’: er wordt bijvoorbeeld geen landbouw in natuur omgezet, maar er wordt gekeken op welke wijze landbouw, waterwinning, recreatie et cetera op een manier worden voortgezet die natuurherstel mogelijk maakt. De adviezen worden getest in vijf voorbeeldgebieden en moeten houvast bieden aan beleidsmakers, agrariërs, natuurbeheerders en andere betrokkenen.
De basis wordt in elk gebied gevormd door een Landschapsecologische Systeemanalyse (LESA) die de knelpunten en kansen op landschapsschaal in beeld brengt. Het behalen van de Natura 2000-doelstellingen is het uiteindelijke doel.
Politieke impasse
Het onderzoeksproject start op een moment dat er in de politiek weinig draagvlak lijkt te zijn voor echt duurzame oplossingen. ‘De natuur’ wordt vooral geframed als belangrijkste factor waarom Nederland op slot zit voor economische activiteiten. Afgelopen jaar is bovendien de stekker uit het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) getrokken, waarin alle provincies met veel energie integrale gebiedsprocessen realiseerden waarin natuurherstel, vermindering van de stikstofuitstoot, verbetering van de waterkwaliteit en realiseren van klimaatdoelen bij elkaar kwamen. Toch moeten we met elkaar een weg zien te vinden die landgebruik en natuur beide een goede toekomst biedt. Het huidige project wil daarom vooral veel leren van de gebiedsprocessen waarin de laatste jaren al wél succesvolle afspraken zijn gemaakt tussen natuurbeheerders en stakeholders uit de omgeving.
Het nieuwe project heet voluit ‘Inrichtingsmaatregelen buiten Natura 2000 ter ondersteuning van de Natura 2000-doelstellingen in het zandlandschap’ en wordt in opdracht van het OBN Natuurkennis uitgevoerd door Stichting Bargerveen, Bosgroepen, De Vlinderstichting, Biosphere Science Productions (BSP), Onderzoekscentrum B-WARE en Sovon. OBN Natuurkennis wordt gefinancierd door LVVN en BIJ12.
Tekst: Marijn Nijssen, Stichting Bargerveen, in samenwerking met Maaike de Graaf, Bosgroepen; Michiel Wallis de Vries, De Vlinderstichting & Arnold van den Burg, BSP
Foto’s: Maaike de Graaf, Bosgroepen; Michiel Wallis de Vries, De Vlinderstichting; Jankees Schwiebbe, Birdphoto.nl; Kars Veling, De Vlinderstichting