Was 2024 een goed libellenjaar?
De VlinderstichtingVoor een aantal libellensoorten begon het jaar heel vroeg. In maart hadden we namelijk al wat warme lentedagen en veel voorjaarssoorten braken hun record van vroegste waarneming ooit. Toen werd er echter nog niet geteld in het meetnet libellen, en na die warme dagen kwam ook weer een koudere periode. Pas rond half mei brak het libellenseizoen echt los en er werden er toen ook veel meer geteld dan in een gemiddeld jaar. Vanaf half juni was dat echter voorbij: de hele zomer werden er minder libellen geteld dan anders. Het laatste stukje van het jaar verliep ongeveer gemiddeld: op de warme, zonnige dagen in september en oktober vlogen er nog veel heidelibellen en glazenmakers rond die het najaar wat opfleurden.
Winnaars en verliezers
Bij de soorten die het goed deden in 2024 zit een aantal echte voorjaarssoorten, zoals bruine korenbout, viervlek, glassnijder, vroege glazenmaker en variabele waterjuffer. Sinds het begin van de droge jaren en warme lentes (2018) zien we sowieso een verschuiving optreden. Het libellenseizoen was daarvoor eigenlijk veel gelijkmatiger uitgespreid, met hoge aantallen libellen in de hele periode van eind mei tot en met half augustus. Sinds 2018 zien we vaker de tendens dat de hoogste aantallen libellen in het voorjaar worden gezien. Het jaar 2024 paste wat dat betreft in het rijtje. De voorjaarssoorten lijken bij uitstek te hebben geprofiteerd van de recente warme lentes. Afgelopen jaar was dat natuurlijk niet het geval, maar de libellen die we toen zagen, waren de nakomelingen van libellen uit eerdere jaren.
Er waren ook verliezers, en dat waren voornamelijk de soorten die het al jaren slecht doen en vooral sinds de droge jaren hard achteruitgaan: maanwaterjuffer, speerwaterjuffer, venwitsnuitlibel en noordse witsnuitlibel. Dit zijn allemaal typische soorten van kleine vennetjes en hoogveen, precies de leefgebieden die het meest te lijden hebben gehad in de droge jaren. Het is positief dat de grondwaterstanden nu weer zijn aangevuld, maar voor deze soorten is dat waarschijnlijk te laat.
Een jaartje extra
Omdat veel libellen een meerjarige cyclus hebben, is het nog moeilijk te zeggen wat de echte effecten zijn van de hoge waterstanden in 2024. Sommige effecten zien we pas volgend jaar. Wel is er waarschijnlijk een effect geweest van de slechte weersomstandigheden. Als het langdurig koud weer is, ontwikkelen libellenlarven zich minder snel en dat kan erin resulteren dat ze een jaartje langer over hun ontwikkeling doen. Wellicht is dat één van de redenen dat de zomersoorten dit jaar zo slecht vertegenwoordigd waren.
Het meetnet libellen is een onderdeel van het Landelijk Meetprogramma libellen dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LVVN en onderdeel is van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM).
Tekst: Gerdien Bos, De Vlinderstichting
Foto's: Kars Veling (leadfoto: bruine winterjuffer); Roy van Grunsven
Grafiek: Voorlopige data meetnet libellen (NEM)