Bont dikkopje - primair

Was 2024 een goed vlinderjaar?

De Vlinderstichting
30-DEC-2024 - Er wordt, zo aan het einde van het jaar, veel teruggekeken. Wat was het voor een jaar? Voor de dagvlinders zijn de definitieve cijfers nog niet binnen, maar we kunnen al wel, vanuit de voorlopige gegevens uit de meer dan 1100 telroutes verspreid door het land, een beeld vormen. Spoiler: het was weer een slecht vlinderjaar.

Even was het vlinderfeest, toen er begin september plotseling enorm veel dagpauwogen en bont zandoogjes te zien waren. Het leidde al tot optimistische berichten dat het toch nog een goed vlinderjaar was en dat het gewoon allemaal wat later was. Helaas is dat niet het geval en heeft de vlinderpiek van die paar soorten niet het vlinderjaar gered.

Het aantal getelde vlinders per route in verschillende perioden, in roze dit jaar, 2024

Als we naar de voorlopige gegevens uit de 1100 routes in het meetnet vlinders kijken, zien we dat er in het voorjaar en in de zomer veel minder vlinders werden geteld dan het gemiddelde van de afgelopen ruim dertig jaar. En dat is ook een duidelijk patroon, want als we naar de grafiek kijken met de getelde aantallen vlinders per route verdeeld over verschillende tijdsperioden, dan zien we dat iedere periode later ook een lager aantal vlinders betekent. De dagvlinders gaan, jaar in jaar uit, steeds verder achteruit.

Vier soorten die goed vlogen in 2024. Van links naar rechts: scheefbloemwitje, dagpauwoog, hooibeestje en bont zandoogje

Er waren, naast dagpauwoog en bont zandoogje, nog wel meer vlindersoorten die goed vlogen, zoals het scheefbloemwitje en hooibeestje, maar veel meer soorten hadden het moeilijk en waren minder aanwezig dan het gemiddelde van de afgelopen decennia.

Vier soorten die een slecht jaar hadden in 2024. Van links naar rechts: spiegeldikkopje, kleine vuurvlinder, bruin zandoogje en heivlinder

Bij die verliezers zaten vlinders die het al jarenlang moeilijk hebben, zoals de heivlinder, maar ook een ‘gewone’ en niet bedreigde soort als de kleine vuurvlinder. Voor het zeldzame spiegeldikkopje was het een enorm slecht jaar en ook het kleine broertje daarvan, het bont dikkopje, heeft het moeilijk. Voor deze soorten hebben de afgelopen hete en droge jaren negatief gewerkt en dat wordt niet gecompenseerd door een eenmalig vochtig jaar als 2024. Het bruin zandoogje is altijd de meest getelde vlinder in het meetnet. Er zijn vlinders, zoals de koolwitjes, die veel wijder verbreid zijn en overal voorkomen, maar deze worden zelden met tientallen of zelfs honderden bij elkaar gezien. Het bruin zandoogje, die op minder routes voorkomt, kan juist wel in grote aantallen bij elkaar worden geteld als de omstandigheden gunstig zijn. En hoewel nog steeds de meest getelde vlinder, nemen de aantallen van deze graslandvlinder de laatste jaren af.

Meer informatie

  • Het meetnet vlinders is een onderdeel van het Landelijk Meetprogramma Vlinders dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en onderdeel is van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM).

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting (leadfoto: bont dikkopje)
Grafiek: Meetnet vlinders (NEM)