Galgordijnzwammen te bitter om te testen?
Nederlandse Mycologische VerenigingFijnproevers zijn daarna misschien een tijdje hun smaakzin kwijt. Mycologen kunnen je mededelen dat dit maar van korte duur zal zijn, mits je deze beruchte smaaktest kort hebt gehouden. Met bovenstaande methode kun je inderdaad een galgordijnzwam ontmaskeren, maar om welke soort het precies gaat, blijkt toch minder eenvoudig. En niet te vergeten: er zijn ook nog paddenstoelen die bitter smaken maar niet behoren tot de galgordijnzwammen.
Gelukkig dat een onvervalste galgordijnzwam de kroon spant als het gaat over de mate van bitterheid. Je weet niet hoe snel je bij proefcontrole met de tong op de hoedhuid de tong moet terugtrekken. Ook mensen die een bittere smaak kunnen appreciëren houden het niet lang vol. Spuug daarna wel even de bittere smaak uit je mond en kijk uit daarbij waar je spuugt. Een galgordijnzwam heeft dan wel de naam ongenietbaar te zijn, maar misschien zijn ze ook wel giftig. Ondanks dat je daarmee op overtuigende wijze hebt bewezen te maken te hebben met een galgordijnzwam, weet je meestal nog niet precies om welke soort het gaat.
Van de acht in Nederland voorkomende galgordijnzwammen zijn er vier met bleke of witte kleuren die erg op elkaar kunnen lijken. Dit zijn de Berijpte galgordijnzwam (Cortinarius emollitoides), de Bleke galgordijnzwam (Cortinarius barbatus, Rode Lijst: Ernstig bedreigd), de Kleinsporige galgordijnzwam (Cortinarius eburneus) en de Witte galgordijnzwam (Cortinarius emollitus). Vooral bij de wat oudere exemplaren wordt het moeilijk, zo niet onmogelijk, om te zeggen met welke soort je te maken hebt. Bij deze vier soorten is er daarom ook de verplichting om deze microscopisch te determineren.
Paarse galgordijnzwam goed in het veld te herkennen
De Gele galgordijnzwam (Cortinarius vibratilis, RL: Kwetsbaar) en de Oranjebruine galgordijnzwam (Cortinarius pluviorum) zou je misschien kunnen verwisselen met de Honingkleurige galgordijnzwam (Cortinarius pluvius), dus moet er eveneens bij deze Galgordijnsoorten de microscoop aan te pas komen. Tenslotte heb je nog de Paarse galgordijnzwam (Cortinarius croceocaeruleus, RL: Kwetsbaar), de enige galgordijnsoort die wel in het veld op naam gebracht kan worden op een snelle morfologische wijze. Wat ook helpt bij herkenning in het veld zijn de ecologische details. Verschillende galgordijnzwammen komen of op klei- of op zandgrond voor. Indien de paarse kleur in acht is genomen en met de tong het midden van de hoed is beroerd, weet je meestal wel genoeg.
Tekst en foto’s: Martijn Oud (leadfoto: Witte galgordijnzwam), Nederlandse Mycologische Vereniging