Leefgebied valkruidvlinder - primair

Valkruidvlinder bijna verdwenen uit Nederland

De Vlinderstichting, Microlepidoptera.nl
17-OKT-2024 - De valkruidvlinder dreigt uit ons land dreigt te verdwijnen. De rupsen van deze nachtvlindersoort zijn gebonden aan valkruid. Het valkruid, en daarmee de vlinder, is in Nederland op veel plaatsen verdwenen. Onlangs is vastgesteld dat de vlinder niet meer op meerdere, maar nog slechts op één locatie in ons land voorkomt.

De valkruidvlinder (Digitivalva arnicella) wordt ook wel valkruidmineermot of valkruidmineervlinder genoemd. De meeste vlinders die we kennen zijn vrij groot en ook hun rupsen vind je eenvoudig. De valkruidvlinders zijn voor de gemiddelde natuurliefhebber daarentegen 'klein spul'.

De valkruidvlinder

Mijnen in het blad

Met een formaat van ongeveer een centimeter wordt dit vlindertje snel over het hoofd gezien, vooral in juni, wanneer het vliegt. De rupsen van deze vlinder leven van de bladeren van valkruid en dat doen ze tweemaal: voor en na de winter. De rupsen verstoppen zich in sierlijke gangetjes, die ze zelf in het blad vreten. In de winter kruipen ze de grond in voor de overwintering. Vlak voordat de rupsen volgroeid zijn in mei, zijn de tunnels zo breed als 'raamwerkjes' geworden. Officieel noemen we deze vraatsporen 'bladmijnen'. De rupsen zie je, zeker met wat tegenlicht, makkelijk in het blad zitten.

Van wijdverbreid naar erg zeldzaam

In tegenstelling tot dagvlinders, is het voor nachtvlinders ingewikkelder om een reconstructie te maken van de voor- en achteruitgang. Bij de valkruidvlinder was het vraatpatroon ('raamwerkjes') in de jaren negentig een aanknopingspunt voor twee aan Naturalis verbonden vlinderonderzoekers. Dankzij herbariummateriaal van valkruid ontdekten zij dat de vlindersoort in de vorige eeuw op circa vijftig locaties in Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en Gelderland voorkwam, omdat op deze locaties ook de typische vraatpatronen in het blad werden teruggevonden. Het tellen van deze vraatsporen vertelt in feite waar de soort voorkomt, en hoe groot zo’n populatie is. In hun op deze soort toegespitste onderzoeksrapport uit 1999 kwamen zij tot de conclusie dat de vlindersoort toen alleen nog maar in Drenthe kon worden gevonden. Tussen 1990 en 1999 bleken ook al zo’n drie van de negen vliegplaatsen verdwenen te zijn. De afname bleef doorgaan en ruim tien jaar later was het aantal teruggedrongen naar drie vliegplaatsen.

Gemarkeerde vraatsporen van jonge rupsen op valkruidbladeren, voor de beheerder en voor onderzoek

Uitsterving in sneltreinvaart

In 2018 zijn door Landschapsbeheer Drenthe inspanningen verricht om een van de drie vliegplaatsen met valkruid vrij te houden van oprukkende bramen en houtachtige gewassen. Deze populatie bij Tynaarlo bestond in die periode nog uit zo’n zestig vlinders. Het mocht niet baten. In 2023 werden nog drie rupsen gevonden, maar in 2024 waren alle raamwerkjes in de bladeren voorgoed verdwenen. De vlinder kwam in het voorjaar van 2024 nog op nog maar twee locaties voor.

Van de twee resterende vliegplaatsen was de grootste omstreeks 2020 nog goed voor ruim tweehonderd rupsen. Ook hier is de situatie zeer snel verslechterd. In 2023 stond de teller op 93 rupsen en in het voorjaar van 2024 werden er nog maar 24 rupsen waargenomen. Het bleek overduidelijk dat veel valkruidplanten niet opgewassen zijn te zijn tegen de slakkenvraat en ook hier is de vlinder verdwenen. Zij komt nu nog maar op één locatie voor.

De achteruitgang van deze vlinder in Nederland staat niet op zichzelf. Ook nabijgelegen populaties in het buitenland (veelal honderden kilometers verderop) doen het slecht. In 2023 heeft Tymo diverse locaties in Denemarken en België bezocht en slechts op een aantal grotere groeiplaatsen met valkruid konden rupsen worden gevonden. De aantallen waren ook daar overduidelijk laag. Dit jaar zijn dezelfde populaties aan de zuidrand van de Hoge Venen in België opnieuw bezocht door vrijwilligers van de Vlaamse Entomologische Vereniging. Ook hier werden geen rupsen meer gevonden. Met voortschrijdend inzicht kan het niet anders dan dat de soort ook elders in Europa gigantische verliezen heeft geleden en uiteindelijk simultaan nationaal uitsterft.

Naaktslakken (zoals wegslakken) doen zich tegoed aan valkruid

Lot in handen van enkele rupsen

Op de laatst overgebleven locatie werden in 2023 nog 49 rupsen gezien, in het voorjaar van 2024 nog maar 17. Het is intussen bekend dat jonge rupsen tijdens hete en droge zomers al vroegtijdig in het blad sterven. De echte extremen bleven in 2024 uit. Er zijn naar schatting nu nog slechts tussen de dertig en vijftig rupsen aanwezig. De soort is er nog, maar het voortbestaan is onzeker en het voortbestaan hangt aan een zijden draadje.

Er zijn twee belangrijke factoren die in deze casus een rol spelen: stikstof en klimaatverandering, iets wat in de videobeelden overduidelijk naar voren komt. Als gevolg van een mestrijke bodem zijn groeiplaatsen voor valkruid steeds minder geschikt vanwege het gebrek aan belangrijke voedingsstoffen. Tegelijkertijd rukken mossen, bramen, biezenknoppen en kleine struiken op, die de planten overwoekeren. Bij warm en nat weer wordt dit proces versneld en moet de mens ingrijpen om de planten kunstmatig vrij te houden van de overwoekering. Bij een zeer natte en milde winter, zoals die we onlangs hebben ervaren, liggen verdrinking en infecties door schimmels en bacteriën op de loer. Als vervolgens het eerste uitlopende blad ook nog door een explosief aantal naaktslakken wordt aangevreten, dan is het al snel einde oefening voor de planten en de rupsen.

Ondanks dat valkruid een prachtige plant is, is er decennialang weinig gedaan om terreinen met deze plant te beschermen. Al eerder verdween de valkruidboorvlieg, een sierlijke vlieg waarvan de larve in de bloeiwijzen leeft. Planten werden aan het eind van de vorige eeuw in de bloeitijd gemaaid, waardoor de vliegensoort uiteindelijk de grote verliezer bleek. In het rapport uit 1999 is al aangetoond dat ook de valkruidvlinder een maaibeurt niet overleeft. De enige manier om deze soort te ontzien is door in de winter te maaien, als rupsen veilig in de bodem verblijven. De terreineigenaar van de laatste populatie heeft de valkruidvlinder intussen opgenomen in het beheerplan. Dat is een overwinning. Planten met rupsen zijn voor de beheerder gemarkeerd, deze planten zullen niet worden gemaaid. Al is het letterlijk wachten op betere tijden voor de valkruidvlinder.

Tekst en foto’s: Tymo Muus, Microlepidoptera.nl