De citroenvlinder heeft maar een generatie per jaar. We kennen deze grote en opvallende vlinder vooral uit het (vroege) voorjaar, want dan zijn de mannetjes enorm actief. Ze zijn groot en felgeel van kleur en dus erg opvallend. Omdat ze zoveel vliegen, zijn ze bijna niet te missen. Deze mannetjes zijn op zoek naar vrouwtjes om mee te paren. Die zijn minder opvallend geelgroen gekleurd, maar vooral ook veel minder ‘vliegerig’. Na de paring gaan ze op zoek naar plekken om hun eitjes af te zetten. Sporkehout (Rhamnus frangula), ook wel vuilboom genoemd, is de belangrijkste waardplant. De rupsen zijn erop gespecialiseerd en lusten, naast de nauwe verwant wegedoorn (Rhamnus cathartica), die met name in de duinstreek voorkomt, geen andere planten. De eitjes worden eind maart en begin april afgezet, en in de zomer verschijnen de ‘nieuwe’ vlinders. Deze zoeken al snel een overwinteringsplek. Daarvoor gebruiken ze groenblijvende struiken, zoals klimop en coniferen. Ze kruipen diep weg en komen alleen met mooi weer af en toe tevoorschijn om wat nectar te verzamelen op bloeiende planten.
Ook de gehakkelde aurelia brengt de winter door in die struiken. Ze kruipen er nu weg en komen in het vroege voorjaar tevoorschijn om zich voort te planten. De rupsen van de gehakkelde aurelia leven van brandnetel. De nakomelingen van deze overwinteraars vliegen in de zomer en planten zich weer voort. De gehakkelde aurelia heeft dus twee generaties per jaar. De vlinders die we nu zien, de tweede generatie vlinders, kruipt weg en gaat in overwintering.
Snoei nooit alles!
In het najaar en de winter willen we nogal eens flink snoeien, want sterk uitgegroeide struiken kunnen onze tuin flink kleiner maken en soms verdringen ze ook andere gewenste planten. Er is niets mis met snoeien, maar weet wel dat er in die klimop en die conifeer citroenvlinders en gehakkelde aurelia’s zullen zitten, en natuurlijk nog veel meer andere dieren. Als je deze winter een derde van de struiken afzet en dat de komende twee jaren herhaalt zijn alle struiken gekortwiekt, maar is er altijd twee derde van de struiken waarin geen storing plaatsvindt. Vlinderbeheer is niet zo moeilijk: “Alles mag, maar niet alles ineens”.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting