Plant & mens: Nieuwzeelands vlas
Hortus botanicus Leiden‘New Zealand Flax’ noemden de Engelsen deze opvallende bladplanten toen ze die in Nieuw-Zeeland tegenkwamen. Nieuwzeelands vlas groeit in het wild in kustgebieden op de rotsen. De plant, ook wel tenaxlelie (Phormium tenax) genoemd, is een prima vezelplant. Europeanen legden de link met het hun bekende vlas (Linum usitatissimum) al snel. De vezels konden goed verwerkt worden tot touw en zeilen. Een aantal jaren was Nieuwzeelands vlas het grootste exportproduct uit Nieuw-Zeeland, tot wol en schapenvlees het van die plek verdrongen.
Tuinplant
In Nieuw-Zeeland doet de plant het uitstekend in de tuin, waar het nectarzuigende vogeltjes aantrekt die daar voor de bestuiving zorgen. Ook gekko's en allerlei andere dieren vinden voedsel en veiligheid tussen groepen Nieuwzeelands vlas.
Maar ook in Nederland is het een opvallende verschijning in de tuin. De plant is veel winterharder dan je op het eerste gezicht zou denken. Zorg wel voor een wat beschutte plek. Zelfs op natte plaatsen houden de planten het wel vol. Inmiddels zijn er allerlei tinten verkrijgbaar, van vrijwel wit tot donker.
Vezelplant
De plant is in Nieuw-Zeeland nog steeds algemeen te vinden, maar veel speciale vormen die door de Maori werden gekweekt voor het weven, werden in de twintigste eeuw zeldzaam. Voor de Maori was het een belangrijke plant. Zij kweekten verschillende variëteiten met eigenschappen als extra sterkte, zachtheid, kleur of vezelgehalte. De drie lagen van de plant zouden een familie vertegenwoordingen: buiten de grootouders, helemaal binnenin het kind, beschermd door de tussenlaag, de ouders. Het blad wordt in het wild wel twee meter lang. Van de vezels werden door de Maori onder meer kleding, netten, vislijnen, matten en manden gemaakt. De nectar werd gebruikt als zoetstof en het kleverige melksap werd onder meer gebruikt tegen kiespijn en op zweren en wonden.
Handelsplant
De Leidse Hortus had banden met de tuin Tjibodas of Cibodas op Java, behorend bij ’s Rijks Plantentuin te Buitenzorg (nu Kebun Raya Bogor). In Tjibodas werd Nieuw-Zeelands vlas rond 1880 ingevoerd en getest. De leerachtige bladeren kunnen na drie tot vier jaar geoogst worden. De lange, versterkte vaatbundels leveren vezels van hoge kwaliteit waarvan touwen en ruwe weefsels gemaakt worden. Toch zijn pogingen om de planten commercieel te kweken nooit grootschalig van de grond gekomen: al gauw verdrongen het goedkopere jute en sisal het Nieuwzeelandse vlas van de vezelmarkt.
Bedreigingen
Nieuwzeelands vlas is nog altijd een veel voorkomende plant in het land van oorsprong, maar veel van de speciale variëteiten die door de Maori werden gekweekt om te weven, zijn in de twintigste eeuw bijna verloren gegaan. Met een gericht kweekprogramma, mede door hernieuwde belangstelling voor het weven met de vezels, worden de oude soorten weer vermeerderd en verspreid naar weefgroepen in Nieuw-Zeeland.
Meer informatie
- In de Leidse Hortus staat Nieuwzeelands vlas hier.
- De plant is in meer botanische tuinen te vinden
- Achtergrondinformatie (Engelstalig) over Nieuwzeelands vlas.
Tekst: Hanneke Jelles, Hortus botanicus Leiden
Foto's: De Tuin in vier seizoenen; Skenneally via Wikimedia Commons; Wiert Nieuman, De Tuin in vier seizoenen; Avenue via Wikicommons; Adolphus Ypey