Natuurjournaal 3 mei 2024

Houtsnippen doen hun naam eer aan, het zijn echte bosvogels. Om een vrouw te versieren baltst de man in een groot gebied, in de avondschemering. Ze vliegen heen en weer over het bos met een langzame vleugelslag en het hoofd naar beneden. Intussen laten ze een soort geknor horen, gevolgd door een niezend geluid. Vanaf de grond laat een geïnteresseerd vrouwtje ook een zacht niesje horen, maar de meeste vrouwtjes zitten nu verstopt op de bosbodem op de eieren en de eerste baby houtsnipjes kruipen uit het ei. Soms hebben ze later een tweede nest. Baltsende mannen kun je horen tot in de vroege zomer. Alleen bij bossen dus, en vooral grotere bossen met een wat vochtige bodem en open plekken.

Een nóg specifiekere bosliefhebber is de tauvlinder. Dit zusje van de nachtpauwoog komt alleen voor in loofbossen en dan vooral beukenbossen. In Nederland zijn ze te vinden op de Veluwe, rond Nijmegen en in Zuid-Limburg. Op die plekken heb je ook echt wel kans om ze te zien, want de mannetjes vliegen vooral overdag ook al zijn het nachtvlinders. Je moet wel snel op pad, want tauvlinders vliegen altijd maar kort tussen half april en half mei. En de vlinders zijn ook snel, vaak vliegen ze in een noodgang voorbij! Herkennen is wel makkelijk, zacht geel- of roodbruin met die vier vlekken, zo is er maar één! De zwart-blauwe oogvlek knipoogt naar je met een wit vlekje in een t-vorm, ofwel de tau.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today 
Foto's: Martin Mollet, Saxifraga; Frits Bink, Saxifraga