Plant & insect: bostulp
Hortus botanicus LeidenRijkelijke bloei, én rijkelijk vroeg. Je verwacht bloeiende bostulpen tot diep in mei, maar bij ons in de Hortus Leiden is het al gebeurd. Alleen de groene vruchtbeginsels herinneren nog aan de dansende gele tulpenbloemen. Hier en daar in Friesland staat nog een late bloeier, maar het seizoen zit er voor de bustulp zo goed als op. Bij de verkiezing van de nationale bloem was de bostulp een gevreesde kandidaat. Immers, wat is er Nederlandser dan een tulp...
Stem op mij
"Mijn neef, de Aziatische tulp is wereldberoemd. Mede dankzij jullie. Maar wisten jullie dat er ook een wilde tulp groeit in Nederland? Nog voor de komst van mijn Ottomaanse neef, sierden mijn goudgele kroon al menig stins en hofplaats hier in Nederland. En toen deze tuinen verdwenen wist ik zonder tuinman stand te houden. Een Mediterraans zonnetje in een koud kikkerland, stem op mij!", luidde de wervende tekst. Het mocht niet baten: de top vijf werd niet behaald en het madeliefje won glansrijk.
Hulp
Al heel lang in ons land dus, maar niet op eigen kracht gekomen. "Wanneer je in Nederland door 'de natuur' loopt en naar de plantenwereld om je heen kijkt, heb je vaak het idee dat al die planten daar van nature altijd al waren en daar dus horen. Maar dat is niet altijd het geval. Veel planten kwamen hier toen na de ijstijden het klimaat warmer werd: ze kwamen op eigen kracht, geholpen door wind, water, dieren en natuurlijk ook door de mens", schrijft Jan Jaap Boehlé in de inleiding van zijn boekje 'Meelifters ontdekken in Domies Toen'. Dat laatste geldt ook voor de bostulp. Inheemse insecten weten hem goed te vinden: bezoekers zijn vosje, rosse metselbij, gewone sachembij, groefbijen en meer.
Beetje schaduw
De bostulp heeft niets tegen zon, een beetje schaduw mag ook, maar helemaal in de schaduw doen ze het niet. De bodem moet voedzaam en kalkrijk zijn en ze houden niet van sterke concurrentie door andere gewassen. De velden enkele blaadjes zien er strak uit, haast als gras, maar bloeiende bostulpen hebben iets slordigs over zich. Op dunne stelen van dertig cetimeter of langer dansten in april en mei de dooiergele bloemen, één of twee per steel. Nu is er wel meer blad: de boeisteel draagt twee tot vier blaadjes. De bloemen hebben aan de buitenkant een bruinige punt en lijken buiten verhouding groot — vier tot zeven centimeter. Nooit zal een bostulp stijf als een soldaat in het gelid staan, zoals de tulpen in de gemeenteperken. De bloemen zijn gemaakt om bevallig over een oud muurtje te hangen, om te wuiven boven het gras in de wind. Ze beginnen de bloei met een omlaaggeknikte bloem, later richt de bloem zich wijd open naar de zon. Nog later vormt zich de zaaddoos met stapeltjes platte zaden. Daarop moet u nog heel even wachten: de zaaddozen zijn nu nog groen en zo dun als een sperzieboon.
Stinzenplanten
Bostulpen komen sinds de negentiende eeuw in Nederland in het wild voor. Hun oorsprong ligt in Zuidoost-Europa en Noord-Afrika, waar precies is niet meer bekend. Het zijn 'Rode Lijstplanten': planten die in hun voortbestaan bedreigd worden. Al zou je dat op sommige plekken in Friesland niet zeggen als ze daar massaal bloeien. De bostulp behoort tot de leliefamilie. Het is een 'stinzenplant', in feite een al eeuwen geleden verwilderende sierplant. Vaak hebben stinzenplanten bollen, knollen of een wortelstok. Die waren makkelijk te vervoeren op een lange reis. Bostulpen groeiden voor het eerst in Nederland op oude buitenplaatsen en 'stinzen' (stenen huizen, landhuizen in Friesland). De bostulp is de enige wilde tulp in Nederland.
Meer informatie
- Leuke boekjes van Domies Toen.
- Bostulpen voor uw tuin bestellen? Dat kan bijvoorbeeld bij De Warande.
- In verschillende botanische tuinen zijn bostulpen te vinden.
Tekst: Hanneke Jelles, Hortus botanicus Leiden
Beeld: Jan Jansen; Flora von Deutschland Österreich und der Schweiz (1885), Otto Wilhelm Thomé