Natuurjournaal 8 april 2024

Ringslangen zijn de afgelopen weken wakker geworden uit de winterslaap, de mannen als eerste. Nu de vrouwen ook wakker zijn, kan de paartijd beginnen. Vaak overwinteren meerdere ringslangen bij elkaar, er is dus wel wat concurrentie. Het resultaat is een kluwen van slangen. De mannen zijn echter niet agressief naar elkaar, al slaagt de grootste er meestal in de andere staarten weg te duwen en met de geliefde vrouw te paren. Daarna verliest iedereen de interesse. De paartijd piekt in april, sommige ringslangen paren nog in mei. In de loop van april zoeken de vrouwtjes en de succesvolle of afgedropen mannetjes hun zomerverblijf op: waterrijke gebieden. In Nederland komen ringslangen voor in een gebied min of meer rond het IJsselmeer.

Het natte en zachte weer van vorige week is niet slecht voor paddenstoelen. Sommige soorten verschijnen alleen in het voorjaar, zoals de bekende en bij fijnproevers geliefde morieljes. De gewone morielje komt vooral voor in de Zeeuwse en Hollandse duinen, maar is wel heel zeldzaam. Ze worden ook wel in het midden en zuiden van het land gezien, maar daar zijn ze dus nóg zeldzamer. Ze groeien altijd op humusrijke grond in bossen en bosjes, want de paddenstoel leeft van dode boomwortels onder de grond. De meeste morieljes die je ziet zijn de algemenere kapjesmorielje, hersenkronkelmorielje of kegelmorielje. En dan zijn er nog een paar nieuwe soorten.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today 
Foto's: Mircea Nita, Wikimedia Commons; Tonny van Hoecke, Waarneming.nl