Natuurjournaal 15 juni 2023

Reptielen genieten wel van het warme en zonnige weer. Ringslangen die zwanger zijn, zonnen veel. Hoe warmer, hoe sneller de eieren tot ontwikkeling komen. De eerste eieren zijn al gelegd, maar de meeste vrouwtjes gaan vanaf nu op weg naar geschikte plekken. Soms moeten ze een paar kilometer reizen hiervoor. Ringslangen leven namelijk bij het water, maar voor de eieren is een vochtige maar ook warme plek nodig. Hopen van rottend plantenmateriaal zorgen voor de benodigde warmte om de eieren uit te laten komen. Hiervoor krijgen ze een helpende hand van de mens. Vroeger waren open mesthopen geliefd, nu kunnen ze terecht bij speciaal aangelegde broeihopen.

Over slangen gesproken: slangenkruid staat nu volop in bloei en is ook een echte zonaanbidder. Als pionierplant van zandige bodems doet ze het goed in stedelijke gebieden en is daar ook vaak in bermen te vinden. Veel zeldzamer is slangenlook, dat ook nu bloeit. Net als andere soorten uit de lookfamilie doet ze dat met een tros van kleine bloemen op een lange stengel – die kan bij slangenlook een meter hoog worden. Ook ruikt ze sterk naar knoflook. Slangenlook staat liever een beetje in de schaduw, en houdt van een bodem met kalk én humus. Ze is te vinden langs de IJssel en de Rijn, in Zuid-Limburg, en de Hollandse en Zeeuwse duinen. Ze is daar overal zeldzaam, maar als je haar vindt word je beloond door de slangachtige lange stengel met prachtig paarse bloemen.

Tekst: Nienke Lameris, NatureToday.nl
Foto’s: Reinier Blok, Waarneming.nl; Ed Stikvoort, Saxifraga