Natuurjournaal 15 januari 2024
Nature TodayZó helder rood, een prachtig gezicht in de grauwe januaridagen. Vermiljoen kun je deze kleur rood wel noemen, en deze paddenstoel heet dan ook vermiljoenzwam. De gebruikelijke naam is rode kelkzwam en die is ook heel toepasselijk. Er zijn eigenlijk drie soorten die alleen microscopisch uit elkaar zijn te houden, ook nog de krulhaarkelkzwam en de super zeldzame slijmspoorkelkzwam. Ze zijn vooral te zien van januari tot april. Ze groeien op dood hout, meestal op de grond, op bemoste, vochtige plekken.
Iets donkerder rood - scharlakenrood - is het gezicht van de putter. Samen met de gele vleugelstreep en het bellende roepje is deze vinkensoort met geen andere vogel te verwarren. De ‘distelvink’ eet het liefst zaden van composieten (zoals paardenbloemachtigen en distels) en schakelt in de winter over op boomzaden zoals van els en lariks. Ze zitten daarom nu vaker in het bos. Putters zie je vaak in groepjes, zeker in de winter kunnen grote groepen gevormd worden. Dat is een goede plek voor ze om met een baltsritueel een partner te vinden voor het nieuwe broedseizoen.
Tekst: Nienke Lameris, Nature Today
Foto's: Luuk Vermeer, Saxifraga; Kentish Plumber, Flickr