Natuurjournaal 11 december 2023

Vrijdag ging het natuurjournaal over het kleinste zoogdier van Nederland, vandaag is ons grootste roofdier aan de beurt. We zitten nu namelijk middenin de kraamperiode van de grijze zeehond. Met een dikke speklaag – grijze zeehonden wegen 100 tot 350 kilo – hebben zij geen last van de kou. Tussen november een januari krijgen de vrouwtjes één pup. Daarvoor komen ze aan land – op Richel, Griend of een Waddeneilandstrand – want de pluizige pups kunnen niet zwemmen. Om de vijf of zes uur komt de moeder terug om het jong te zogen met vette, vissige melk. De pluizenbollen worden snel dik: in nog geen drie weken groeien ze van zo’n tien tot vijftien kilo naar het dubbele. Per dag komen ze wel een kilo aan! Dan vindt de moeder het mooi geweest, ze moet zelf weer aansterken. De pups blijven nog één tot drie weken aan land om te verharen en al dat vet om te zetten in sterke zwemspieren.

Zie je wel eens een grote bonte specht in de tuin, of in een boom in de buurt? Deze zwart-wit-rode specht is veelzijdig en komt overal voor waar genoeg bomen zijn, ook in de stad. Ze peuteren en hakken in boomschors op zoek naar insecten. Maar in de winter moeten ze ook op zoek naar ander voedsel. In naaldbossen zijn dat bijvoorbeeld zaden van dennen en sparren, die ze behendig uit de kegels halen. Stadse spechten hebben iets anders ontdekt: de rijkgevulde voedertafels van vogelliefhebbers. Favoriet: een pot vogelpindakaas. Daarmee lok je de grote bonte specht dus naar je tuin!

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today
Foto’s: Bart Vastenhouw, Saxifraga; James West, Flickr