Natuurjournaal 4 oktober 2024

Grote bonte spechten kunnen hun snavel met een snelheid van wel 25 kilometer per uur in een boomstam slaan. Zowel het mannetje als het vrouwtje roffelt op boomstammen. Het is de meest algemene specht van ons land en je kan hem dan ook zo maar in de tuin tegenkomen. Vooral in de herfst- en wintermaanden, als ze op zoek zijn naar voedsel. In het bos eten ze dennen- en sparrenkegels, maar op de voedertafel pikken ze ook graag een graantje mee. Je kan de grote bonte specht helpen door een spechtenblok te bouwen: boor verschillende gaten in een blok hout, vul ze met vogelpindakaas en hang het blok in een boom. Grote kans dat de ‘grote bonte’ je tuin een bezoekje komt brengen. Ook leuk voor mezen en boomklevers!

Beenbreek, of brekebeen, draagt nu zijn opvallende, feloranje vruchten. De zaden worden door de wind uit de doosvruchten geschud en zo zaait de plant zich verder uit. Zijn naam dankt de plant aan het idee dat de plant slecht was voor de botten van dieren. Boeren lieten hun vee en schapen vroeger grazen in venen en moerassen. In het oneffen terrein braken de dieren wel eens een been, en dat werd ten onrechte toegeschreven aan deze plant. Tegenwoordig is de plant zeldzaam geworden, hij houdt van schoon water en een constant hoge grondwaterstand en die plekken worden steeds schaarser. Sinds 1980 is beenbreek met de helft afgenomen. Je vindt de plant nu alleen nog in het oosten en zuidoosten van Nederland.  

Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Carola68, Pixabay; Mark Zakhuis, Saxifraga