Natuurjournaal 30 november 2023

De stranden liggen er nog steeds vol mee: zeesterren. Na de storm van vorige week vrijdag spoelden ze aan. Tientallen, duizenden gewone zeesterren, op sommige plekken is het net een tapijt op het strand. Een beetje een luguber gezicht, maar het is geen ongewoon verschijnsel. Storm woelt de zeebodem om en daar kunnen zeesterren die in de ondiepte wonen, niks tegen beginnen. Met de oostenwind zullen er door de aanlandige onderstroom deze week nog wel meer stormslachtoffers aanspoelen. Ook na een lange vorstperiode komen dit soort zeestertapijten voor, maar dat is vaak pas aan het einde van de winter het geval. Als je veel aangespoelde zeesterren ziet, kijk dan eens goed of er misschien een gewone slangster tussen zit. Deze veel kleinere zeester komt minder vaak voor, maar wordt deze dagen ook vaak gevonden. Zoals die op de bovenstaande foto, die dinsdag werd genomen in Noordwijk.

Vorst betekent: handschoenen aan en op zoek naar de dennenslijmkop. Deze paddenstoel komt namelijk pas boven de grond wanneer het heeft gevroren. Dat was altijd vanaf half oktober tot november, maar door de opwarming van Nederland wordt de dennenslijmkop nu steeds later gezien. Het zijn vrij kleine paddenstoelen, de hoed is één tot vijf centimeter breed. Die is bruin tot gelig en glanzend slijmerig. Ook groeien ze altijd in de buurt van dennen. Logische naam dus, al is de Duitse naam schattiger: Frost-Schneckling, vorstslakje. De slijmerige hoed is geel van onder: die combinatie is onmiskenbaar. Dennenslijmkoppen kun je tegenkomen in bossen met naaldbomen op de zandgronden, maar ze worden steeds schaarser. Lees in dit bericht meer over dit slijmerige zwammetje, of luister hier naar een paddenstoelenzoektocht bij vorst.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today
Foto’s: Wim Langbroek, Waarneming.nl; Jan de Laat, Saxifraga