Bruine vezeltruffel verdwenen, maar op dezelfde locatie toch teruggevonden
Nederlandse Mycologische VerenigingNog steeds worden vezeltruffels aangezien voor aardappelbovisten (Scleroderma spec.). Vezeltruffels ontwikkelen zich in de strooisellaag onder of in de buurt van de boom waarmee ze in symbiose leven. Ze onderscheiden zich duidelijk van andere stuifzwammen door een netwerk van fijne vezeltjes waarmee ze zijn bedekt. Dit zijn de restanten van de ondergrondse zwamvlok (micorrhiza), waar ze deel van uitmaken. In Nederland leven alle bekende vezeltruffels in symbiose met naaldbomen op zandgrond.
Onbeschaafde truffel?
De Bruine vezeltruffel (Rhizopogon vulgaris, Rode Lijst: ernstig bedreigd) werd in Nederland voor het eerst gevonden in 1949 bij Sint-Michielsgestel (Noord-Brabant), in de humus op zandige bodem bij een Den. Zijn Latijnse soortnaam vulgaris betekent letterlijk 'alledaags, gemeen, gering' en dit staat in Latijnse termen synoniem voor onbeschaafdheid en vulgariteit. Dat de Bruine vezeltruffel hier helemaal niet alledaags is, zal iedereen begrijpen. Het lijkt een wat tegenstrijdige naam voor zo'n zeldzame paddenstoel, maar waarschijnlijk slaat het op het weinig indrukwekkende uiterlijk van deze vezeltruffel.
De determinatie van vezeltruffels moet ook microscopisch worden gecontroleerd, waarbij vooral de sporenmaten van belang zijn. Ook de verkleuring van het peridium (buitenwand) bij druk of bij doorsnijden van de truffel is onderscheidend. De Bruine vezeltruffel (sporen 4,5 tot 6,5 bij 2,3 tot 3 micrometer) verschilt vooral van de Geelroze vezeltruffel (sporen 7,5 tot 10 bij 2,5 tot 4 micrometer) vanwege de kleinere sporen.
Vier vezeltruffels
De Bruine vezeltruffel werd in 1995 beschouwd als uitgestorven. Er bestaan buiten onze landsgrenzen verschillende variëteiten van de Bruine vezeltruffel, maar in Nederland komt tot nog toe alleen de variëteit vulgaris voor. Vezeltruffels worden gewoonlijk op het grondoppervlak gevonden, vaak nog voor een deel in het strooisel verborgen. Tot nu toe geldt dat voor alle vier in Nederland voorkomende soorten, maar veel hangt af van de locatie waar ze zich ontwikkelen. De vier soorten vezeltruffels zijn de Okerkleurige vezeltruffel (Rhizopogon luteolus), de Douglasvezeltruffel (Rhizopogon villosulus, Rode Lijst: verdwenen, maar teruggevonden), de Geelroze vezeltruffel (Rhizopogon luteorubescens, Rode Lijst: kwetsbaar) en de Bruine vezeltruffel. Vezeltruffels leven allemaal in symbiose met Den, behalve de zeer zeldzame Douglasvezeltruffel die daarvoor de Douglasspar verkiest. De enige recente waarneming van de Douglasvezeltruffel, in 2014 in Drenthe, was een toevalstreffer in het strooisel onder een Douglasspar. Een deelnemer van een excursie ging tijdens een excursie met haar hand op de tast door het dorre blad op zoek naar gallen en insecten, maar vond de verdwenen gewaande paddenstoel.
Twee van de vier vezeltruffels in de Baaknol
Op de excursie naar de Baaknol werden maar liefst twee van de vier soorten gevonden. In een zandkuil werden Geelroze- en de Bruine vezeltruffel vlak bij elkaar aangetroffen aan de rand van een dennenbos. Juist door de activiteiten van dagjesmensen was hier het losse zand tussen de wortels van de dennen weggestoven. De twee soorten vezeltruffels lagen daardoor op het zand als achtergebleven gerooide aardappelen. De Bruine vezeltruffel was hier jaren afwezig, en het is opmerkelijk dat ze nu weer zijn teruggevonden. De meest algemeen voorkomende soort in ons land is de Okerkleurige vezeltruffel, de andere soorten zijn zeer zeldzaam. Maar de vindplaats in de Baaknol is een bekekende locatie voor de Geelroze vezeltruffel die daar makkelijk gevonden kan worden, en dat geldt nu dus ook weer voor de Bruine vezeltruffel.
Tekst en foto’s : Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging