Waardevol naaldbos, wat gebeurt ermee?
Nederlandse Mycologische VerenigingBijzonder dennenbos
Eindelijk kwam de lang verwachte regen waardoor de paddenstoelen in de duinen alsnog tevoorschijn kwamen. Door een paar paddenstoelenkenners werd een bekend gerenommeerd dennenbos bezocht in het noordelijk deel van de Schoorlse staatsbossen. Het bos staat bij insiders bekend om zijn enorme paddenstoelenrijkdom. Toch gaat dit bos waarschijnlijk tegen de vlakte. Er zijn grootse en vergevorderde plannen om meer dynamiek te creëren in Schoorl door onder andere naaldbossen te kappen en hiermee wind en zand meer ruimte te geven. Achter de eerste duinen in het noordelijk deel van het gebied zijn al delen van naaldbossen gekapt. Het kappen gaat gewoon door, ondanks de plannen van de regering om 100.000 hectare bos aan te leggen en daarmee tegemoet te komen aan de beoogde verlaging van de CO2-uitstoot in Nederland. Het bezochte mycologisch waardevolle dennenbos ligt op een duinrug.
Vanaf de westelijk gelegen Oude baaknolweg lopen er verschillende onverharde paden doorheen. Het dennenbos bestaat hier hoofdzakelijk uit Zwarte den (Pinus nigra). Alleen langs de Oude baaknolweg en het dennenbos is een smalle zone aanwezig met Berk, Zomereik en Amerikaanse vogelkers. Op veel plaatsen is de bodem bedekt met korstmossen (Cladonia's). De andere kant van het bos, op het noordoostelijk talud van de duinrug, is het meest waardevol voor de paddenstoelen. Hier staan voornamelijk jonge Zwarte dennen, zaailingen van oudere bomen hoger op het duin, met op de grond veel korstmos.
Zeer veel paddenstoelen
Tijdens de wandeling werd een flink aantal mooie exemplaren van het Gewoon eekhoorntjesbrood (Boletus edulis) aangetroffen. In Schoorl komen eekhoorntjesbroden nog overwegend in dennenbossen voor, iets wat elders in Nederland veel minder het geval is. Maar er was veel meer te zien. Het bos staat al jaren bekend om het grote aantal ringboleten (Suillus) als mycorrhizasymbionten van de aanwezige Zwarte dennen. De wandeling bracht onder andere tientallen Bruine ringboleten (Suillus luteus), Melkboleten (Suillus granulatus) en Koeienboleten(Suillus bovinus) aan het licht. Vooral aan de noordoostkant op het talud van de duinrug stond het vol met paddenstoelen. Behalve groepen Leverkleurige melkzwammen (Lactarius hepaticus), Smakelijke melkzwammen (Lactarius deliciosus) en Valse cantharellen (Hygrophoropsis aurantiacus) waren er tientallen Vliegenzwammen (Amanita muscaria) en Koeienboleten te zien. Uiteindelijk werd het een hele waslijst met waargenomen paddenstoelensoorten. De meest bijzondere waren wel de Witbruine ridderzwam (Tricholoma albobrunneum, RL: Kwetsbaar) en de Gele ridderzwam (Tricholoma equestre, RL: Bedreigd). De zeer veeleisende Gele ridderzwam komt hier opvallend veel voor. Het is een soort van droge, zure tot neutrale, zeer voedsel- en humusarme zandgrond (Cladonio Pinetum). Dennenbossen met zoveel Gele ridderzwammen zijn in Nederland vrijwel nergens te vinden. Je moet er niet aan denken dat dergelijke naaldbossen worden gekapt.
Tekst en foto's: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging (leadfoto: massale fructificatie van Koeienboleten)