Septembervlinders
De VlinderstichtingTot nu toe is het een zeer matig vlinderjaar. Terwijl er vanaf 1990, toen het Meetnet Vlinders startte, jaar op jaar al lagere aantallen werden gezien, was het in 2023 wel heel erg mager. Vooral in het voorjaar waren er veel minder vlinders aanwezig en in de zomer kon dit niet worden gecompenseerd. De jarenlange achteruitgang wordt veroorzaakt door het zeer intensieve landgebruik in ons land. Versnippering, ontwatering, stikstofdepositie en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen hebben niet alleen in het agrarisch gebied invloed, maar zorgen ook voor een kwaliteitsverlies in de nog overgebleven natuurlijke delen. Bijkomend effect is de klimaatverandering, met name de extremen die steeds vaker optreden. Extreme droogte of juist enorme langdurige neerslag in de zomer hebben negatieve effecten en voor vlinderpopulaties die het toch al moeilijk hebben, kunnen die extremen ertoe leiden dat ze uit gebieden verdwijnen. Dat speelt vooral bij kleine en geïsoleerde populaties. Vooral soorten van de heide, zoals de heivlinder en de kommavlinder, die de komende weken nog wel te zien zijn, hebben het heel moeilijk.
Toch kunnen we de komende weken nog wel genieten van dagvlinders, want een aantal soorten lijkt het juist in deze nazomergeneratie goed te doen en lijkt zelfs meer voor te komen dan in de zomer. Voor de kleine vuurvlinder is dat wel gebruikelijk, in september worden vaak de grootste aantallen gezien. De kleine vuurvlinder is een vlinder van bloemrijk grasland. Je vindt ze ook in de duinen, op de heide en in andere bloemrijke gebieden. De waardplant, dat is de plant waarop de rupsen gespecialiseerd zijn, is zuring en dan met name schapenzuring en veldzuring. Het hooibeestje is net wat schaarser en minder verbreid dan de kleine vuurvlinder, maar is op de plekken waar hij vliegt zeer talrijk. Vaak vind je deze twee vlinders op dezelfde plekken. Het bruin blauwtje is ook een vlinder van bloemrijk grasland. Deze heeft geprofiteerd van de hete en droge zomers en is nu veel talrijker dan een jaar of vijf geleden. De waardplanten van het bruin blauwtje, ooievaarsbek en reigersbek, kunnen prima tegen hitte en droogte en doordat de grassen daar juist meer moeite mee hebben, zien we zowel de waardplanten als bruin blauwtjes toenemen. Het is niet echt een vlinder van de heide, maar wel van andere bloemrijke gebieden. Dus als u de komende weken op pad gaat in bloemrijk grasland, dan kunt u kleine vuurvlinder, hooibeestje en bruin blauwtje bijna niet missen!
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting (leadfoto: hooibeestje)